Utrecht coördineert Europees nanomedicines project
Bastienne Wentzel

1 juni 2006, Conceptuur

Het  project 'Targeted delivery of Nanomedicines' (MediTrans), gecoördineerd door de Utrechtse hoogleraar Biofarmacie prof. Gert Storm krijgt Europese subsidie uit het zesde kaderprogramma (FP6). Storm mag de komende vier jaar bijna zeventien miljoen euro verdelen onder de 29 partners van het consortium. Komend najaar start het onderzoek.

Nanomedicines houdt zich bezig met de toepassing van nanotechnologie op de medische en farmaceutische wetenschappen. Een veel toegepaste techniek is het verpakken van medicijnen in dragersystemen bijvoorbeeld deeltjes gemaakt van polymeren, liposomen en macromoleculen zoals antilichamen om ze op de juiste plaats in het lichaam te krijgen, het zogenaamde drug targeting. Een voorbeeld is Caelyx, het cytostaticum doxorubicine verpakt in polymeer-gecoate liposomen. Dit geneesmiddel is goedgekeurd voor gebruik tegen onder andere ovariumkanker. De verpakking van het medicijn is meestal kleiner dan 150 nm zodat het modewoord nano op het vakgebied kon worden geplakt. "Het drug targeting onderzoek loopt al lang en consumeerde reeds de nodige pecunia maar ik denk dat we nu een basis hebben om dicht bij de patiënt te komen. Daar is nog meer geld voor nodig, wat we onder meer krijgen vanuit Brussel," zegt Storm.

Het Nanomedicines consortium gaat met de Europese subsidie het gericht afleveren van nanomedicijnen in het lichaam onderzoeken. Daarbij richt men zich op vier ziektebeelden: kanker, reumatoïde artritis, multiple sclerose en de ziekte van Crohn. "Deze ziekten hebben twee aspecten met elkaar gemeen," legt Gert Storm uit. "Allemaal vertonen ze angiogenese en EPR."  Angiogenese is het proces waarbij op de plaats van ontsteking of tumor nieuwe bloedvaten worden aangemaakt. Enhanced Permeability and Retention (EPR) is het verschijnsel dat deze nieuwe bloedvaten wanden bezitten die van  slechte kwaliteit zijn. "Het endotheel is daarmee permeabel voor bijvoorbeeld nanomedicijnen. Beide verschijnselen zijn essentieel voor de werking van de nanomedicijnen die wij gaan onderzoeken," zegt Storm.

De missie van Storm is "om het veld van Targeted Nanomedicines een zodanige duw te geven dat er meer producten bij de industrie terecht komen," zegt hij. Daarvoor moeten universiteiten en industrie samenwerken, vindt de hoogleraar. "Deze Integrated Projects van het zesde kaderprogramma zijn speciaal bedoeld om onderzoek nuttig te maken voor de maatschappij. De enige die producten goed beschikbaar kan maken voor de patiënt is de industrie."

Ambitieus
Storm heeft veel tijd besteed aan het logisch structureren van het project. "Het is een breed en ambitieus programma. Té ambitieus, dacht ik wel eens. Door het te structureren hebben we Brussel overtuigd." Het programma is ingedeeld naar drie typen dragermaterialen voor de farmaca tegen de vier genoemde ziekten. "De established materials zoals liposomen waar wij onderzoek aan doen zijn al getest op patiënten," legt Storm uit. "Je kunt er een ander farmacon inbouwen of imaging aan doen. Het is heel toegepast onderzoek, voor prostaatkanker bijvoorbeeld. Ik hoop dat er over een paar jaar een geneesmiddel in het ziekenhuis wordt toegepast." De twee andere typen zijn de candidate- en de emerging materials. "De eerste zijn structuren waarvan een proof-of-concept aanwezig is maar die nog niet het klinische onderzoekstadium hebben bereikt. De emerging materials zijn bijvoorbeeld de carbon nanotubes. Er is weinig bekend over de toepassing daarvan in farmaceutisch delivery onderzoek. Dit onderzoek is nog in een vroeg stadium."

De Nederlandse bedrijven Philips, Organon en BioMade hebben zich aangesloten bij het 29 partners tellende consortium, evenals het FOM onderzoeksinstituut AMOLF en de universitaire partners prof. Klaas Nicolay van de vakgroep Biomedische Technologie van de TU Eindhoven en Storm en collega's prof. Wim Hennink en prof. Daan Crommelin. De totaal toegekende subsidie bedraagt 16,3 miljoen euro. Hiervan wordt elf miljoen door de Europese Commissie en 5,3 miljoen door de industrie gedragen. In Utrecht gaan vijf nieuwe onderzoekers aan het project werken. Eerst moet echter de laatste horde nog worden genomen, het ondertekenen van het MediTrans contract. Dat moet gebaseerd zijn op een onderhandelingsdocument dat de goedkeuring van alle betrokken partijen (EC en consortiumpartners) moet hebben. "De onderhandelingen met de EC en alle partners zijn in volle gang. Dat houdt me aardig bezig," zegt Storm. In september hoopt hij met het echte werk te beginnen.

Dit artikel is gepubliceerd in Conceptuur nr. 47, juni 2006.