Papier - IJzersterk biopolymeer
Bastienne Wentzel

1 juli 2013, Chemische Feitelijkheden

Papier is alledaags maar waardevol. We schrijven en printen erop, pakken ermee in en vegen er viezigheid mee schoon. En in Japan bouwen ze er zelfs huizen van. Het bestaat vrijwel uitsluitend uit cellulose, een natuurlijk biopolymeer en het hoofdbestanddeel van hout. Nieuw krantenpapier en kartonnen dozen bestaan voor driekwart uit hergebruikt papier. We zamelen in Nederland namelijk vrijwel al het recyclebare papier in. Daarmee behoort Nederland tot de top van de wereld. Toch zijn er nog veel bomen nodig om de grondstof aan te vullen.

De papierindustrie plant weliswaar steeds nieuwe bomen, maar jaarlijks wordt wel tien vierkante kilometer bos gekapt voor het papier dat we in Nederland gebruiken. Bovendien is er tien liter water nodig om een kilogram papier te maken, waarvan wij er gemiddeld 200 per jaar verbruiken. Het zuiveren van dat water en het drogen van het verse papier kost veel energie. De sector zoekt dan ook naar zowel alternatieve grondstoffen als duurzamer oplossingen. Zo kunnen ook stengels van bijvoorbeeld tomatenplanten of ander stro als grondstof dienen voor kartonnen dozen. En uit het proceswater van de papierfabriek kun je allerlei waardevolle verbindingen terugwinnen, zoals vetzuren. En de eerste voorzichtige stappen zijn gezet om ook uit ons huishoudelijk afvalwater cellulose terug te winnen.

In deze Chemische Feitelijkheid:
De Context: Waarom staan papierfabrieken altijd bij het water? En hoe goed recyclen wij Nederlanders ons papier?
De Basis: Wat is papier? Waarom is het zo sterk? En hoe maak je het?
De Diepte: Hoe kunnen we van papier een nog duurzamer product maken?

Het volledige artikel is gepubliceerd als Chemische Feitelijkheid nr. 296, juli 2013.