Gas met een luchtje
Bastienne Wentzel

20 augustus 2011, C2W

Ons aardgas raakt op. Daarom moeten we het nodig uit het buitenland halen, zegt de overheid. Maar dat is ander gas dan we gewend zijn. En het is er al in september. Bedrijven raken daardoor in de problemen en slaan alarm.
 

Harold van der Zande is boos. De strategisch manager van ammoniak- en kunstmestproducent OCI Nitrogen krijgt binnenkort ineens ander aardgas van de netbeheerder, zonder dat hij daarom gevraagd heeft. 'Aargas is voor ons de grondstof voor een chemisch proces. Wij worden nu geconfronteerd met een heel andere kwaliteit grondstof zonder dat de transporteur dat met ons heeft overlegd. Dat kunnen wij niet zomaar toelaten.'
Van der Zande doelt op de aangekondigde verandering van de samenstelling van aardgas. Aardgas uit onze eigen velden raakt op dus halen we steeds meer gas uit andere landen zoals Rusland, Noorwegen en het Midden-Oosten. Zo gaat in september de GATE-terminal in Europoort in bedrijf waar schepen aanmeren met LNG (liquified natural gas) uit de hele wereld. Al dat gas heeft een andere samenstelling met een grotere variatie dan er nu door onze leidingen stroomt. Het bevat bijvoorbeeld minder stikstof en meer hogere koolwaterstoffen zoals ethaan en propaan. Daardoor is de calorische waarde hoger (de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding) en bevat het gemiddeld per koolstofatoom minder waterstofatomen.

Eenzijdig besluit
De overheid heeft nogal eenzijdig besloten om ander gas toe te laten, als we de betrokken partijen mogen geloven. Plaatsvervangend directeur Hans Davidse van Cogen Nederland (de brancheorganisatie voor warmtekrachtkoppeling) weet nog precies hoe dat ging: 'In oktober 2009 stuurden Gas Transport Services en de netbeheerders een brief naar de eindgebruikers. Daarin deelden zij mee dat de samenstelling van het aardgas gaat veranderen en dat de gebruikers zich maar zo snel mogelijk moesten aanpassen. Wij hebben toen samen met andere brancheorganisaties gezegd: dat gaat zomaar niet!'
Onder druk van de gebruikers heeft de overheid actie ondernomen. Er zijn studies gedaan door onder andere KEMA-Kiwa.  Er is inspraak geweest en overleg. Het resultaat is wisselend voor de twee soorten gas dat ons land kent. De samenstelling van G-gas, het laag-calorische Groningengas waarop de meeste huishoudens zijn aangesloten, blijft nog tien jaar constant. De samenstelling van H-gas, het hoogcalorische gas waar de industrie gebruik van maakt, kan vanaf september 2011 al gaan variëren al is wel toegezegd dat de variatie tot in ieder geval eind 2012 beperkt blijft. 'Dat is een harde toezegging van de minister. Ik mag veronderstellen dat hij zich daaraan houdt,' zegt Davidse. Maar de gebruikers zijn ontevreden. Zij hebben zekerheid nodig over de toekomstige samenstelling van het aardgas om hun installaties te kunnen aanpassen en Davidse deelt hun zorgen.

Snelle wisselingen
Het belangrijkste probleem is dat de samenstelling van het H-gas weliswaar binnen grenzen blijft maar er is onduidelijkheid over waar die grenzen in de toekomst liggen. Bovendien zal de fluctuatie binnen die grenzen veel sneller optreden vanaf het najaar. Dan vloeit het eerste LNG vanuit de nieuwe GATE-terminal de leidingen in. Voor de productie van ammoniak bij OCI Nitrogen levert dat problemen op, legt ammoniaktechnoloog Filip Raeymaekers uit. 'Als wij de hele bandbreedte in een uur te verwerken krijgen zoals aangekondigd hebben we echt een probleem. Aardgas waarin meer hogere koolwaterstoffen zitten bevatten minder waterstof. Er komt dus ook minder waterstof vanuit het kraakproces in de ammoniakreactor. Idealiter wil je daar de verhouding H:N precies 3 op 1 houden. Als die verhouding verandert kan de druk en temperatuur in de reactor plotseling wijzigen en kan de reactor uitvallen. In het meest milde geval hebben we een minder efficiënt proces. Verder kunnen de branders uitvallen wat een veiligheidsrisico met zich meebrengt.'
Gebruikers van een WKK-installatie met gasmotor hebben juist veel last van een veranderend methaangetal. Dat is een maat voor de klopvastheid van aardgas in een verbrandingsmotor, net als het octaangetal of cetaangetal voor benzine en diesel. Ook gasmotoren kunnen gaan kloppen wat schade oplevert aan de motor door ongecontroleerde verbranding. Bij industriële WKK-installaties met een gasturbine die is uitgerust met een systeem dat voor lage NOx-uitstoot zorgt zijn het vooral de snelle fluctuaties in samenstelling die een probleem vormen, zegt Davidse van Cogen. 'De consequentie van strengere eisen op het gebied van NOx-uitstoot is dat je beperkt bent in de bandbreedte van gas die je aankunt. Zeker als het gaat om zulke grote sprongen.'

Voorbehandeling
Niet alle gebruikers van H-gas lijken in de problemen te komen. Veel bedrijven hebben al apparatuur geïnstalleerd die een grote variatie in gaskwaliteit aankan. Fred Hage is manager business development bij de afdeling Waterstoftechnologie van Linde Gas Benelux. Hij zegt: 'Het maakt voor ons niet uit of men van laag- naar hoogcalorisch gas overschakelt. Het voortraject dat wij kennen om aardgas geschikt te maken voor de waterstofproductie kan zulke variaties wel aan. Bij de voorbehandeling halen we stikstof uit het aardgas om de NOx-productie te verminderen. We gaan terug naar 4% N2. Dan maakt niet uit of er eerst 10% of 14% in zat.' Ook het grotere gehalte aan koolwaterstoffen maakt voor Linde Gas niet uit. 'Het gas wordt gekraakt, je kraakt dus ook de hogere koolwaterstoffen. Er wordt dan wel meer CO2 geproduceerd.'
Het bedrijf HyGear uit Arnhem maakt kleine installaties om waterstof te maken uit aardgas en installeert die over de hele wereld bij bedrijven. 'Onze systemen zijn zo ontworpen dat ze tegen alle mengsels kunnen die men over de wereld aardgas noemt. Ze kunnen tegen G-gas, H-gas, Russisch gas, Algerijns gas. We hoeven enkel de controls aan te passen.' vertelt Ellart de Wit. Zwavelcomponenten die bijvoorbeeld in gas uit Algerije zitten zijn lastig, vertelt hij. Die kunnen de katalysatoren vergiftigen waardoor het ontzwavelingsmateriaal eerder moet worden vervangen. Een hogere calorische waarde vereist dat je moet controleren of de branders goed zijn afgesteld en of de warmteprofielen in de reactor goed zijn. Ten slotte kunnen hogere koolwaterstoffen al in kleine hoeveelheden voor koolvorming zorgen.

Miljoeneninvestering
De problemen waar gebruikers tegenaan lopen lijken dus technisch oplosbaar. Dat klopt, zegt Raeymaekers, maar dat kost OCI Nitrogen wel geld. 'Wij hebben een investeringsprogramma van miljoenen euro opgesteld. Dat plan kost anderhalf jaar om uit te voeren. Bovendien zijn wij gebonden aan zogeheten turn-arounds, een periode eens in de vier jaar waarin de fabriek stilligt voor onderhoud. Die periode loopt helemaal niet in schema met wat de overheid wil.' Davidse heeft het eveneens over miljoeneninvesteringen. Die variëren voor een WKK-installatie van een nieuw meet- en regelsysteem tot compleet nieuwe verbrandingskamers. Gebruikers willen ook hun systemen wel aanpassen, maar het is nog volstrekt onduidelijk waaraan. 'De overheid wil of durft zich niet vast te leggen en geeft een breed gebied aan waarbinnen de variaties kunnen optreden,' klaagt Duisters. 'Leveranciers van apparatuur kunnen helemaal niets met deze specificaties. Zij moeten weten wat het precies wordt.'

En wie gaat dat betalen?
Bepaalde parameters van de nieuwe samenstelling zijn niet goed gespecificeerd, zegt Davidse van Cogen. 'Bij de fluctuatiesnelheid geeft men als waarde: 'abrupt'. Wat is abrupt? Milliseconden of minuten?  Daar kunnen gebruikers niets mee. De overheid moet concreet aangeven wat ze bedoelt. Wij vinden met deze klacht geen gehoor. Het komt erop neer dat men zegt: je doet het er maar mee. Maar deze informatie is niet genoeg als basis voor aanpassingen. Dit soort ingrijpende aanpassingen met hoge investeringen moeten eenmalig worden uitgevoerd.'
Van der Zande van OCI Nitrogen wil weleens weten wie al die investeringen gaat betalen. 'Ik vind het vervelend dat we ineens een ander produkt krijgen waar wij veel minder mee kunnen en waar we wel de volle mep voor moeten betalen. Ander gas is vooral gunstig voor de BV Nederland maar wij zitten er helemaal niet op te wachten. Bovendien is het gedwongen winkelnering. Wij mogen niet via andere pijpleidingen gas inkopen. Het contract met ons wordt eenzijdig verbroken waardoor wij worden geconfronteerd met allerlei kosten. Ik zou graag willen dat die deels of helemaal vergoed worden. Dat lijkt me toch redelijk: de 'vervuiler' betaalt.'
Davidse is sceptisch over de toekomst. 'We blijven overleg voeren maar we boeken niet veel resultaat.' De Wit van HyGear ziet het van de zonnige kant: 'Als er bedrijven zijn met problemen kan onze engineeringsafdeling ze misschien wel helpen,' zegt hij.



Ander gas
Nederland kent, samen met Noord-Duitsland als enige in Europa, twee soorten aardgas die in gescheiden netwerken door het land worden verspreid. De ene is het G-gas, ook wel laagcalorisch aardgas genoemd waarop onze CV-ketels en gasfornuizen werken. Ook duizenden kleinere WKK-installaties met gasmotoren werken op G-gas. Het andere is het H-gas of hoogcalorisch aardgas dat voornamelijk door de industrie als grondstof, in energiecentrales of voor turbines wordt gebruikt. Het G-gas uit het Groninger gasveld raakt op. We moeten dus steeds meer gas uit andere landen halen. Op 13 juni 2011 meerde het eerste schip met LNG (liquified natural gas) aan bij de nieuwe GATE-terminal. Na behandeling en tests stroomt dit gas in september onze netwerken in. In 2010 was de eerste fase van de zogeheten 'gasrotonde' gereed waardoor gas uit onder meer Rusland en Noorwegen onze leidingen in kan stromen. Nederland wil daarbij het knooppunt van aardgastransport in noordwest Europa worden zodat wij altijd voldoende aanvoer van gas zullen hebben. En Nederland zou Nederland niet zijn als we niet wat aan het transport zouden verdienen.
 
Biogas
Ook biogas is een alternatief voor ons eigen Gronings gas. Maar dat is wel een heel andere verhaal, zeggen de betrokkenen. Ruw biogas bevat veel bijprodukten, met name stikstof-, zwavel- en siliciumhoudende verbindingen. Die moeten eruit om bijvoorbeeld de katalysator van het kraakproces niet te vergiftingen. Maar voordat biogas bijgemengd wordt in het aardgasnetwerk moet het aan strenge eisen voldoen die de GasUnie controleert. De vervuilende componenten zijn er dan al uit. De overgang naar rijker buitenlands gas is voor het gebruik van biogas alleen maar een voordel, stelt Ellart de Wit van HyGear. Opgewerkt biogas is een vrij hoog calorisch gas, legt hij uit. Dat kun je nu niet zomaar het net in pompen. Er moet eerst stikstof bijgemengd worden dat ter plekke gemaakt moet worden. Als dat niet meer nodig is scheelt dat kosten, tijd en energieverbruik.

Dit artikel is gepubliceerd in C2W14, 20 augustus 2011.