Kirgizië - onontdekt bergparadijs
Bastienne Wentzel

21 juni 2015, 4WD Automagazine

Een mailtje van Duitse kennissen: of ik meega naar Kirgizië. Huh? Waarheen? De groep wil er gaan paragliden, een vliegsport waar ik ook gek op ben. Ze gaan tien dagen met terreinwagens rondtrekken door dit bergachtige land op zoek naar plaatsen om te vliegen. De combinatie vliegen en terreinrijden klinkt geweldig. Ik zeg dus meteen ja en boek de vliegtickets die opmerkelijk goedkoop zijn. Daarna zoek ik eens op waar Kirgizië eigenlijk ligt.

Kirgizië, of eigenlijk Kyrgyzstan zoals het internationaal beter bekend is, is een van de ex-Sovjetrepublieken in Centraal Azië. Kirgizië is een bergland, het bestrijkt de uitlopers van het Pamir en Tien Shan gebergte. Uitlopers van nog steeds zo'n 7000 meter hoog. Het hele land ligt gemiddeld boven de 2700 meter. Samen met Kazachstan, Tadjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan vormen ze het in de reizigerswereld bekende groepje 'stannen'.

SUVs in het terrein
Als we aankomen in de hoofdstad Bishkek is het bewolkt en barst er af en toe een onweersbui los. Van de spectaculaire bergketen die achter de stad moet liggen is niets te zien. Ook in Bishkek zelf is niet bijzonder veel te beleven, tenzij je interesse hebt in Sovjet-stijl overheidsgebouwen en hier en daar een Lenin-beeld.
De autoverhuurder komt de terreinwagens brengen waarmee we de komende tijd zullen rondrijden. Een Mitsubishi Pajero, een Nissan X-Trail, een Mazda Tribute en een Landrover Freelander. Terreinwagens hè? Mmm. Ze hebben wel allemaal 4WD. Maar de banden die eronder zitten zouden in Nederland afgekeurd zijn. En de Freelander heeft maar een 1.8 liter benzinemotortje. De Toyota LandCruiser van onze Kirgizische gids Kalibek ziet uit alsof 'ie beter opgewassen is tegen het terrein.
Het 'verhuurbedrijf' blijkt ook geen bedrijf. Die bestaan helemaal niet officiëel in Kirgizië. Het is gewoon iemand met veel auto's die ze ook verhuurt. Overigens vrij professioneel, want wanneer de Nissan het begeeft komt er binnen een dag een vervangende Lexus RX300.
De auto's blijken allemaal geïmporteerd. Sommige hebben zelfs het stuur aan de rechterkant: Japanse import. Veel auto's komen uit Duitsland. De Freelander heeft de Duitse Umweltzone-sticker nog op de voorruit zitten. De LandCruiser heeft een nummerbordhouder van Autohaus Rolf Geissenhöner. Kalibek, onze gids, vertelt dat bij aankomst in het land meteen de katalysator onder de auto's vandaan wordt gesloopt. Dan lopen ze harder… Geen wonder dat het behoorlijk stinkt in de stad.
Aan de rand van Bishkek ligt een enorm industrieterrein dat vol staat met, zoals het bord zegt, 10.000 gebruikte SUV's. Iedereen die het kan betalen in Kirgizië heeft een geïmporteerde SUV. De rest rijdt in Trabantjes en Lada's of te paard. Alle auto's rijden er op benzine. Dat kost ook maar een halve euro per liter.

Bijna geen toerisme
Tot 1991 was Kirgizië een onderdeel van de Sovjet Unie. Sommige zaken zijn daardoor nog steeds goed geregeld, zoals de kwaliteit van de hoofdwegen. Maar de mensen klagen dat het almaar achteruit gaat. Er is om de paar jaar een opstand, zoals in 2010. 'De regering is enkel bezig om de baas te blijven,' zegt Konstantin, een Kirgiez van Russische afkomst die met ons meereist. Hij vertrok vorig jaar met zijn gezin naar Canada. Nog een opstand, nog een revolutie met rellen wilde hij zijn gezin niet aandoen. Nee, emigreren is niet lastig, zegt hij. 'Je hoeft alleen zo'n 70.000 dollar te betalen.' Konstantin en zijn vrouw werkten voor de regering in Kirgizië en zijn dus rijk. Zij konden dat bedrag makkelijk betalen.
Maar wij toeristen hebben daar allemaal geen last van. Kirgizië is volstrekt onbedorven wat toerisme betreft. Voor Russen en Kazachen is het een bekend wintersportoord, maar westerlingen komen er nauwelijks. De locals zijn daarom blij om ons te zien. We worden nergens lastig gevallen, er worden geen torenhoge toeristenprijzen gevraagd en we worden ook niet aangestaard. Dat zit blijkbaar niet in de aard van de mensen.
De meeste inwoners zijn etnisch Kirgizisch met een Aziatisch uiterlijk, een klein deel is van Russische afkomst, dus blank. Driekwart van de Kirgiezen is moslim, maar van het vrije soort, legt een meisje in het guesthouse uit. 'Wij dragen dezelfde kleding als jullie en hebben geen strenge regels. Maar we vonden de transseksuele winnaar van het Eurovisie Songfestival wel een beetje bijzonder.' Dat vonden we hier in Europa trouwens ook…
 
Glibberen
Als de regen ophoudt gaan we het Ala Archa gebergte in op een uurtje rijden van Bishkek. Langs het presidentiële paleis ligt nog mooi asfalt, maar zodra we de foothills in rijden is alles onverhard. We rijden tussen de groene bergen door met traditionele yurts waarin nomadenfamilies leven met hun paarden. Iedereen is vriendelijk. Een dame wil zelfs een pakketje geld meegeven dat wij bij iemand moeten afleveren. Wat een vertrouwen! Omdat we haar niet verstaan en dus niet snappen waar het geld heen moet doen we het maar niet…
Zodra we wat hoger komen beginnen de auto's lekker te glibberen. De grotere SUV's redden het nog wel, de kleinere moeten het echt hebben van de stuurmanskunst van de chauffeur. Wij zijn veroordeeld tot de Freelander… Het laatste steile stuk naar de plek waar we gaan vliegen blijkt voor de meeste auto's te veel. Wonder boven wonder lukt het wel om de Freelander er naar boven te rijden. De plek waar we gaan paragliden wordt bevolkt door een paardenkudde. Vanaf daar vliegen we naar de vlakte van Bishkek. Ondanks dat de hoge bergen verstopt blijven in de wolken is het een bijzondere vlucht.
Een van ons krijgt het voor elkaar om binnen de muren van het presidentiële paleis te landen. Daar krijgt hij uiteraard te maken met de bewaking: liggend en met een geweer op zich gericht moet hij paspoort, Leatherman-mes en geld afgeven. Nadat de gids het misverstand telefonisch kan ophelderen mag hij gaan. Het mes krijgt hij niet terug en zijn paspoort kost twintig euro. Een soepele oplossing als je erover nadenkt. Stel dat er zomaar iemand in de tuinen van ons Koninklijk Huis zou landen?
 
Onontdekte vallei
Vanuit Bishkek vertrekken we een paar dagen later naar Suusamyr. Voor zover er al toeristen zijn in Kirgizië komen zelfs die nauwelijks in deze prachtige vallei. We rijden over de bijna 3500 meter hoge Too Ashuu pas met keurig onderhouden asfaltweg. Het hoogste stuk is vervangen door een ijzingwekkend slechte tunnel. Vingers kruisen en hopen dat er niets gebeurt onderweg, want vergiftiging door uitlaatgassen is hier heel reëel. Na de pas worden we getrakteerd op een gigantisch weids uitzicht over de brede vallei die omzoomd is met superhoge, sneeuwbedekte bergtoppen. De lucht is helder en de zon schijnt zodat het zelfs op 3000 meter niet koud is.
De gids stopt de karavaan halverwege de pas en zegt: 'Hier gaan we vliegen.' Wow! Binnen de kortste keren is de hele groep vertrokken. We maken fantastische vluchten met uitzicht over de hele Suusamyr bergketen. Wanneer we landen komen er kinderen uit alle hoeken en gaten en yurts. Ze willen helpen met het opvouwen van onze spullen en vinden het geweldig om even de vlieghelm op te zetten. Sommigen van ons krijgen thee en eten aangeboden. Een paar kilometer naar de weg teruglopen duurt door al dat oponthoud uren. We overnachten in verrassend comfortabele oude treinwagons in een 'skiresort' (één lift) op de flanken van de pas.
 
Warm bergmeer
Na een paar geweldige dagen in Suusamyr, maken we de tocht naar Karakol langs het één na grootste bergmeer van de wereld: Issyk Köl. Dat is 182 km lang en op het diepste punt bijna 700 meter diep. De naam betekent 'warm meer' omdat het nooit bevriest. In werkelijkheid komt dat niet doordat het water zo warm is, maar doordat het enigszins zout is. We rijden urenlang over goede wegen langs de mooie noordkust op weg naar Karakol. Je kunt er best 100 km/u rijden, mits je een beetje oplet. Er kan zomaar een groot gat in de weg zitten.
De auto's worden een beetje moe inmiddels. Al snel blijkt de versnellingsbak van de Freelander op instorten te staan. De tweede versnelling moet je vasthouden. Daarna gaat het motormanagement klagen. Vervolgens stopt het motortje van een elektrisch raam ermee zodat we het maar vast tapen om het niet te koud te krijgen achterin.
Daarna begint de echte ellende. De stuurbekrachtiging van de Mazda stopt ermee. Lastig met al die bergwegen. De Nissan X-Trail lijkt het lange tijd prima te doen maar begeeft het met een knal op de terugweg vanuit Karakol. Veer gebroken.
Van de Pajero had ik, naast de LandCruiser, de hoogste verwachtingen. Een sterke wagen die ondanks z'n gladde banden overal tegenop speert. Maar op weg naar Karakol stopt hij er ook ineens mee. Accu leeg. En dan begin je niet zoveel meer met een volledig elektrische auto. Een lokale monteur beweert de kapotte dynamo binnen een uurtje te kunnen repareren. Dat is uiteraard wat overdreven en als hij het na twee uur opgeeft voeren we alsnog de meest praktische oplossing uit: accu's wisselen met een van de auto's die wel goed is zodat de lege weer kan opladen en de Pajero weer een volle heeft. Die truc werkt de rest van de trip prima. Maar de volgende dag moeten we nog wel z'n band verwisselen. Het rubber is tot op het staaldraad versleten.
 
We'll be back!
Als we met een paar uur vertraging in Karakol aankomen kunnen we in de heuvels nog een avondvluchtje maken. De volgende dag rijden we over diep uitgesleten paden naar een skiresort. Kalibek heeft, naast zijn eigen wagen, nog een LandCruiser opgetrommeld en samen met de Freelander mogen deze drie de bergen in. Geen slecht woord meer over de Freelander, hij houdt zich prima.
We moeten nog een eind lopen naar de plek waar we kunnen paragliden. Maar dan is het helaas alweer helemaal dichtgetrokken en begint het te regenen. Weg mooi uitzicht over Issyk Köl en de omringende Tien Shan bergen. Tien dagen is ook eigenlijk te kort voor dit mooie land. We komen hier zeker nog eens terug!

Dit artikel is gepubliceerd in 4WD Automagazine nr 11, 2014.



Informatie over reizen in Kirgizië
Er naar toe: Vliegen met Turkish Airlines, rond de €450. Goedkopere alternatieven zoals Aeroflot zijn minder aan te raden.
Visum: Niet meer nodig sinds 2012. Je krijgt een gratis stempel bij aankomst op de luchthaven van Bishkek.
Geld: De lokale munteenheid is de som (70 som is een euro). Er zijn veel pinautomaten in het land maar veel daarvan werken alleen met Visa. Een stapel US dollars voor noodgevallen en voor het afrekenen van grotere bedragen zoals autohuur is aan te raden.
Autohuur: Geen officiële verhuurbedrijven. Het beste is een lokale gids te zoeken en hem te vragen een huurauto te regelen.
Ter plaatse: Het is prima mogelijk om zelfstandig rond te reizen. Let wel: met Engels kun je zelden terecht. Een paar woorden Russisch doen wonderen. Bijna alle opschriften zijn in het Cyrillische schrift.
Gids: Onze groep werd begeleid door Kalibek Kadyr, eigenaar van onder andere de Suusamyr Lodge (www.suusamyr.kg) en ski- en paragliding instructeur (www.fly.kg). Hij kan autohuur, tours en andere praktische zaken organiseren, en als tolk optreden.
Beste tijd: Van half mei tot half september is het heet in de lagere delen zoals Bishkek maar aangenaam warm in de bergen. Goed voor bergsport. In de winter kun je skiën maar veel wegen zijn dan wel gesloten vanwege de sneeuw.
 
Paragliding
Paragliding, ook wel parapente of schermvliegen genoemd, doe je met een soort grote, bestuurbare parachute. De piloot zit comfortabel in een harnas dat onder het scherm hangt aan een grote hoeveelheid dunne, sterke lijnen. Paragliders springen niet uit een vliegtuig, maar starten hun vlucht vanaf een berghelling. Daarna blijven ze zo lang mogelijk zweven door gebruik te maken van warme, opstijgende lucht. De sport wordt steeds populairder met name in bergachtige landen.