Een miljoen medewerkers heeft te maken met gevaarlijke stoffen op het werk. Dat leidt tot bijna 3.000 sterfgevallen. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden die TNO en CBS in 2016 publiceerden. In onder andere de industrie en de zorg wordt de helft van de beroepsziekten veroorzaakt door blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Meer aandacht voor het veilig werken met gevaarlijke stoffen is dus wel nodig.

Weinig huidbescherming
Er zijn drie routes waarlangs het lichaam stoffen opneemt uit de omgeving: via de spijsvertering, luchtwegen en huid, vertelt Jeroen Vanoirbeek, hoogleraar Arbeidshygiëne en Toxicologie van het Centrum Omgeving en Gezondheid aan de KU Leuven. "Er is altijd veel aandacht geweest voor de luchtwegen. Opname via de luchtwegen is vastgelegd in risicobeoordelingen en blootstellingslimieten en er zijn gevalideerde analysemethoden voor. Bovendien is er veilige ademhalingsbescherming beschikbaar." Voor blootstelling via de huid is dat heel anders, aldus Vanoirbeek. "Huidbescherming gaat niet veel verder dan handschoenen, en zelfs dat is maar matig. Zo bieden latex handschoenen maar heel weinig bescherming tegen chemicaliën. En dat terwijl het vóórkomen van huidziekten door blootstelling aan chemicaliën veel groter is dan het vóórkomen van aandoeningen van de luchtwegen."
Bovendien zijn er geen standaard analysemethoden voor blootstelling aan de huid. De stand van zaken bestaat momenteel uit drie methoden: UV metingen in situ (op de huid); verwijderen, dus de huid of het oppervlak wassen en analyseren en interceptie met een surrogaathuid waarbij de werknemer een pak draagt dat naderhand op sporen wordt onderzocht.

Nieuwe analysemethode
Vanoirbeek ontwikkelde een nieuwe analysemethode voor het vaststellen van blootstelling aan VOC's op de huid in samenwerking met KU Leuven-collega Katrien Poels. Zij modificeerden een Permea-Tec patch die normaal gesproken wordt gebruikt om vast te stellen of een beschermende handschoen stoffen doorlaat. Met een extra actieve-koolpatch en een colorimetrische patch is het mogelijk om VOC's op te vangen. Door de patch na blootstelling te extraheren en analyseren met GC-FID kon kwantitatief de blootstelling aan 186 VOCs, onder andere tolueen, xyleen of acrylonitril in één analyse worden vastgesteld.
Na het optimaliseren van de methode wilde Vanoirbeek de patches ook in een industriële setting testen. Deze proof-of-concept experimenten werden uitgevoerd in een Roemeense fabriek waar men thermoplastische panelen maakt en waar substantiële blootstelling is. "Zowel luchtmetingen als metingen op de huid met patches werden uitgevoerd. We konden vaststellen dat er blootstelling aan aceton, tolueen en styreen was. De omgevingsconcentraties werden ook vergeleken met sporen in urine. Ondanks het dragen van handschoenen en overalls kregen de arbeiders toch behoorlijke hoeveelheden met name styreen op hun huid, tot flink boven de blootstellingslimiet (DNEL, derived no effect level voor dermale blootstelling). Die blootstelling werd bevestigd door metingen in de lucht en de urine van de medewerkers. "De conclusie van onze studie is dat deze methode werkt voor het monitoren van huidblootstelling en dat het aan te bevelen is om niet alleen blootstelling via de lucht en in de urine te monitoren," aldus Vanoirbeek.

Dit artikel is gepubliceerd in Labtechnology, C2W9, september 2019.