Bosch en hei, water en wei
Bastienne Wentzel

28 februari 2001, Outdoor magazine

Stel je voor: je bent een klein, plat en nat landje, en je wilt jezelf verdedigen tegen de machtige Fransen. Hoe doe je dat? Door de hele zaak onder water te zetten. Op de zwakke plekken bouw je een fort. Dit is zo ongeveer de essentie van de Hollandse Waterlinie. Het leuke is, dat de forten eeuwenlang niet toegankelijk waren voor het publiek vanwege het militair gebruik ervan, waardoor de natuur de kans kreeg zich te ontwikkelen. Tegenwoordig kun je er prachtig wandelen.

Aan het eind van de Sneeuwklokjeslaan, omzoomd met beuken, staat het landhuis Nieuw Amelisweerd. De onvermijdelijke sneeuwklokjes doen hun best om de lente in te luiden. We vermoeden een hert tussen de bomen te zien, die zitten hier veel. Over een paar weken huppelen de konijnen weer door het gras. Maar nu is het nog winters koud. Dit is Amelisweerd, het gebied dat in 1438 al bestond uit 'bosch en hei, water en wei', en dat is vandaag niet veel anders. Het is een mooi startpunt voor een cultuurhistorische wandeling langs overblijfselen van de Hollandse Waterlinie.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is het deel van verdedigingswerken waardoor eindelijk ook de stad Utrecht beschermd was voor vijandelijke aanvallen. Vanaf het begin van de negentiende eeuw herbouwde men de oude waterlinie uit de zeventiende eeuw, waardoor die een stuk oostelijker kwam te liggen. De forten bijvoorbeeld op de Biltstraat, bij Voordorp, Blauwkapel en later Rhijnauwen werden gebouwd. Ook de lunetten, driehoekige verdedigingswerken, stammen uit die tijd. NS station Utrecht Lunetten waar we zonet zijn uitgestapt is ernaar genoemd. De naam komt van het Franse 'lune' dat 'maan' betekent. Met wat fantasie kun je in de driehoekige vormen wel een halve maan herkennen. De route leidt rechtstreeks naar landgoed Amelisweerd, en niet door de nieuwbouwwijk langs de lunetten, zodat we na een paar honderd meter al het bos in duiken.

Het landgoed is genoemd naar ridder Amelis, die in de dertiende eeuw het stuk land bij Bunnik, de weert, bewoonde. Landhuis Oud Amelisweerd, waar we een kilometer verder langs lopen, dateert uit 1770, het huidige Nieuw Amelisweerd is een paar decennia jonger. Ook de bossen eromheen stammen uit dezelfde tijd, nadat ze in de Middeleeuwen allemaal gekapt waren.

We lopen een stukje langs het jaagpad van de rivier de Kromme Rijn, eens een brede, wilde rivier. In de elfde eeuw werd hij bij Wijk bij Duurstede afgedamd, en stroomde al het water voortaan via de Lek naar zee. De Kromme Rijn werd wat hij nu is: een rustig stroompje. Aan de oever ligt landhuis Rhijnauwen, ook een ridderhofstad, net zoals Amelisweerd. Al in 1212 wordt dit landgoed voor het eerst genoemd in geschriften. Nu zit er een jeugdherberg in het mooie oude landhuis.

Kringen
Naast Oud Amelisweerd ligt het theehuis Rhijnauwen, uit 1925. Het is een geheel houten gebouw, niet zozeer omdat men dat mooi vond, maar omdat het verplicht was volgens de zogenaamde Kringenwet. De huizen die binnen een kilometer van een fort werden gebouwd, stonden eigenlijk in de vuurlinie. In geval van een vijandelijke aanval konden ze zonder pardon afgebroken worden. Binnen driehonderd meter van een fort moesten gebouwen bovendien van hout zijn, om ze sneller te kunnen ruimen. Gelukkig is dat nooit nodig geweest en kun je er nu pannenkoeken eten.

Een paar honderd meter verderop stuiten we op de dichte hekken van fort Rhijnauwen. Van oktober tot april gesloten omdat er een grote kolonie vleermuizen overwintert. Die houden er niet van als je ze stoort in hun slaap. In de zomer kun je een rondleiding krijgen in het grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het ruim 30 hectare grote terrein kon 675 militairen en honderd stuks geschut herbergen. Vanaf het pad kun je de ruige begroeiing zien op de wallen, die is aangeplant om het fort aan het gezicht van de vijand te onttrekken.

Een stukje verder, in de weilanden, vallen de vele betonnen bunkers op. Ook deze horen bij de Waterlinie. Ze heten kazematten, bomvrije ruimtes met schietgaten van waaruit militairen met hun geschut het fort konden verdedigen. De schapen grazen er rustig omheen. Het pad langs de Kromme Rijn voert langs Bunnik waar we de Waterlinie verlaten.

Langs de drukke provinciale weg lopen we naar Slot Zeist. Het is gebouwd in 1677 als eerste Slot in Holland, een echt paleis naar Frans voorbeeld. Ten oosten van Zeist lopen we achtereenvolgens door de natuurgebieden Hoog Beek en Royen, Pavia en Zeisterbosch. Stuk voor stuk natuurgebieden met een nogal Hollands tintje: aangelegd bos, en altijd een autoweg binnen gehoorafstand. Al deze natuurgebieden zijn aangelegde tuinen bij de gelijknamige buitenplaatsen, sjieke landhuizen uit de negentiende eeuw. Een rijke Amsterdamse bankier bijvoorbeeld, die in Hoog Beek en Royen woonde, gaf aan zijn dochter het landhuis Pavia als huwelijksgeschenk.

Pas als we bij landgoed Groot Heidestein over het wildhek klimmen is het weer rustig. Het naamloze beekje dat we volgen stroomt bij Klein Heidestein de vijver in. Op de heuvel die de vijver omzoomt staat een verlaten huisje, misschien wel speciaal gebouwd om over het water uit te kijken. Een voorbijganger vertelt dat de rijke eigenaar hier een mini-spoorlijntje rond de vijver had als speelgoed voor zijn kinderen. Het was het oude spoor waarover zand werd vervoerd van een zandput op Heidestein naar de Arnhemse Bovenweg.

Het laatste landgoed voor station Driebergen-Zeist, Bornia, blijkt niet zo heel toegankelijk. Een groot gebied rond het landhuis is afgesloten. Het huis heeft veel last van het spoor: het moet elke paar jaar onderhouden worden anders stort het door alle trillingen in. Ook wij hebben een beetje last van de spoorlijn: er staat een hek op het punt waar we het spoor over willen. Noodgedwongen lopen we een stuk langs het spoor en steken illegaal over als er even geen trein aankomt. Dat moet in de routebeschrijving maar even anders.


Routebeschrijving
De Nieuwe Hollandse Waterlinie - 16 km van Utrecht Lunetten naar Driebergen-Zeist.
- Verlaat station Utrecht Lunetten aan de kant van spoor 1 (L komend vanuit Utrecht CS). Volg het fietspad.
- Einde (Mereveldseweg) L over het spoor. Koningsweg oversteken, bos in en L aanhouden, breed pad.
- Met de bocht mee R, na 100 m brug over,* bij Y-splitsing R aanhouden. L om het landhuis (Nieuw Amelisweerd) heen. Bij het koetshuis met de bocht mee L, wildhek door. Het brede pad R volgen langs het veld.
- Einde door het hek heen R, brede pad. Einde groene brug over, langs het bezoekerscentrum. Brug over en L langs de Kromme Rijn het voetpad volgen.
- Einde L, witte brug over, onder de poort van Kasteel Rhijnauwen door. R asfaltweg volgen met de bocht naar L mee.
- Bij infopaneel van Fort Rhijnauwen R, Vossegatsedijk. Einde R, meteen weer L, fietspad volgen (Kromme Rijn route). 1e R, witte brug over en R, Kromme Rijn weer volgen, ongeveer 2.5 km.
- Na het ijsbaantje nog steeds RD (de Wetstein Pfitster park). (de brug naar R brengt je in het centrum van Bunnik. Het is ongeveer 1 km vanaf hier naar NS station Bunnik).
- Bij de volgende brug L, fietspad langs autoweg volgen (Sportlaan). Oversteken bij de stoplichten en Sportlaan blijven volgen, einde met de bocht mee R.
- In de volgende bocht R (bordje Koelaan nr 8). Voor het huis L, wandelpad Notenlaan.
- Einde R asfaltweg, meteen 1e paadje L langs velden. Einde L, bij rotonde R richting Slot Zeist.
- Voor het slot R, oversteken en R om het slot heen lopen. Zinzendorflaan oversteken, schuin R fietspad richting Driebergen/Arnhem volgen. Stoplichten oversteken en schuin R natuurgebied Hoog Beek en Royen in.
- Aan het einde weg oversteken, natuurgebied Pavia in. Na een bocht naar L, rechts het voetpad volgen. Zoveel mogelijk rechtdoor aanhouden. Rechts om het watertje heen.
- Asfaltweg oversteken, Zeisterbosch in. Bordjes 'bezoekerscentrum' volgen. R om het centrum heen en daarna de rood-blauwe paaltjes volgen. Blijf deze volgen, asfaltweg oversteken, na 50 m R. Veld schuin R oversteken en de Stuifheuvel op. Aan de andere kant weer naar beneden en RD blijven volgen tot aan flats. L, en na laatste huis R, langs voetbalveld.
- Paadje blijven volgen, bij vijfsprong schuin R rechtdoor (smal paadje). RD langs heideveldje. Fietspad L.
- Bij een hek vóór de asfaltweg, scherp R (bordje 'schaapskooi').
- Bij de Y-splitsing L, wildhek over, middelste pad langs het bordje Landgoed Heidestein.
- Open veld RD oversteken totaan het meertje. Hier R omheen, waterstroompje oversteken en meteen R het paadje hierlangs volgen.
- Einde wildhek weer over, RD. Bij een breed pad dat naar links gaat, RD het paadje volgen over de wal langs het meertje. Voor het huisje op de heuvel naar beneden en L, meteen weer L. Op brede halfverharde pad R, verharde weg L. Asfaltweg L (Bovenweg).
- Bovenweg volgen tot vlak over het spoor, 1e pad R. Volgen tot aan Stationsweg, oversteken: NS station Driebergen-Zeist.

* Tip: voor fanatieke wandelaars is het mogelijk om de NS wandeling Amelisweerd aan deze route te koppelen. Dit levert 4.5 km extra op. Je begint op Utrecht CS, en volgt de NS route ongeveer 6 km tot en met de beschrijving na nummer 2 ('...de witte houten brug over de Kromme Rijn. De brug geeft toegang tot het landgoed Nieuw Amelisweerd.'). Je bent dan op de plaats van * in deze route. Zie ook de stippellijn op de kaart.

Praktische Informatie
Begin en einde: Het begin van de route, NS station Utrecht Lunetten, is te bereiken vanuit Utrecht CS, het eind is NS station Driebergen-Zeist.
De route: goed begaanbare paden, voor een deel asfaltwegen.
Horeca: Na ongeveer een uur is café In die Heerlijkheid Rhijnauwen een goede plek om iets te drinken. Ernaast ligt theehuis en pannenkoekenrestaurant Rhijnauwen. Iets van de route af in Bunnik is horeca te vinden. Op station Driebergen-Zeist zijn diverse versnaperingen te krijgen.
Routekaarten: Topografische kaarten (1:25.000 van de Topografische Dienst, Emmen), blad nrs. 31H en 32C.

Dit artikel is gepubliceerd in Outdoor magazine nr 3, maart 2001