Het hoogste poloveld ter wereld
Bastienne Wentzel


In de voormalige koninkrijkjes Gilgit en Chitral is polo altijd de favoriete sport geweest. Sterker, het woord 'polo' betekent bal in de lokale taal en het noorden van Pakistan is waarschijnlijk de bakermat van het spel. De rivaliteit tussen Gilgit en Chitral is niet anders dan die tussen Ajax en Feyenoord, en één keer per jaar vindt er een spectaculair treffen plaats tussen de teams van de bergstadjes.

De jaarlijkse wedstrijd tussen Gilgit en Chitral is niet alleen spectaculair vanwege het spel zelf, maar vooral vanwege de locatie: de ruim 3700 meter hoge Shandur pas op de jeeproad die de twee stadjes verbindt. Het poloveld op de Shandur pas is het hoogste poloveld ter wereld en volgens de overlevering wordt hier al meer dan achthonderd jaar polo gespeeld.
We twijfelen eerst of we er heen zullen gaan. Een jaar eerder zijn we aan de Chitral-kant van de route over de Shandur pas van de berg gedonderd met de auto (zie 4WD nr. 4 van 2005) en de schrik zit er nog goed in. Maar iedereen vertelt ons dat de weg aan de Gilgit kant van de pas veel beter is, vooral breder, en bovendien kunnen we in konvooi rijden met twee andere auto's.
Op zondag 6 juli gaan we op pad. Wij uiteraard met onze trouwe LandCruiser. Sven en Birgit met hun Landrover 110. Michael, een Duitser die al jaren pendelt tussen Duitsland en Pakistan, rijdt mee met een Pakistaanse familie in een Toyota Hilux, een 4WD pickup. De familie bestaat voor de gelegenheid uit vader met twee zoontjes, twee neefjes, een chauffeur die niet mag rijden en kok Mirza. De cabine is vol dus de kok en de chauffeur zitten achterin de bak op de bagage. Na een uurtje rijden ontdekken ze dat het bij ons achter in de wagen comfortabeler is.

Warme teer
Het eerste stuk van Gilgit naar Gupis gaat vlot: dit stuk van de weg is geasfalteerd en van goede kwaliteit. Ook als bestuurder kan ik dus genieten van de sneeuwtoppen, de waanzinnig wilde Gilgit rivier waar we langsrijden en de dorpjes in groene oases tussen de kale rotsen. Na de lunch in Gupis is het feest voorbij. De weg wordt onverhard en doordat men bezig is de weg te verbreden rijden we continu over door dynamiet verpulverde rotsen. De bruggen zijn net breed genoeg voor de auto en als je er overheen rijdt schommel je met de hele auto enkele tientallen centimeters heen en weer - een bizar gevoel dat je niet al te veel vertrouwen geeft.
Als we een tijdje moeten wachten voor het uitgieten van asfalt stap ik uit om onze passagiers, de kok en de chauffeur, te bevrijden. Het duurt twee stappen en een seconde voor ik me realiseer dat ik in een dikke laag teer sta. Zoals vaker reed ik zonder schoenen en dus sta ik met m'n blote voeten in de kleverige teer. De massa kruipt tussen m'n tenen als ik de paar meter naar droog asfalt loop. De wegwerkers brullen het uit van het lachen. Ik probeer de troep tevergeefs met stenen van m'n voeten te schrapen, maar gelukkig komen de wegwerkers met een jerrycan diesel aanzetten.
Met de diesel wil de zwarte ellende inderdaad enigszins m'n voeten loslaten, al wordt het een grote puinhoop. Ik loop daarom naar de auto om hulp te vragen: water en agressief wasmiddel heb ik nodig. Bastienne stapt uit en belandt eveneens midden in de teer. De wegwerkers liggen opnieuw dubbel van het lachen om deze slapstick. Gelukkig heeft Bastienne wel haar slippers aan en valt de schade mee.

Vissen naar forellen
Het is al na vijven als we eindelijk bij de kampeerplek zijn. Het is een mooi grasveldje naast de rivier, omringd door hoge rotspieken bedekt met sneeuw. De vader, zoons, neefjes en Michael hebben hun tenten al opgezet en zijn aan het vissen. Voor hun is het vissen naar forellen een belangrijker onderdeel van het uitje dan de polowedstrijden. Wij blijven toeschouwers en verwonderen ons over de blonde haren en lichte ogen van de toegestroomde lokale kinderen.
Omdat het met de vangst op deze plek wat tegenzit, geen vis wil bijten, rijden we de volgende ochtend een uurtje verder naar een nieuwe stek. Het zit ons echter opnieuw niet mee: de linkerachterband gaat lek. Onze passagiers, de kok en de chauffeur, sturen we mee met de Landrover, en wij gaan op ons gemak het wiel repareren. Volgens diverse expeditieboeken van Britse schrijvers, kun je tubeless banden niet zelf repareren en dus zijn ze niet geschikt voor expeditiewerk. Dat dit complete onzin is bewijzen we door onze tubeless band in vijf minuten te herstellen: de spijker, want dat was de boosdoener, eruit trekken, met een soort drevel het gat ruw maken, met een speciale naald het vulkaniseerspul in het gat stoppen, de naald eruit trekken, de band weer op spanning brengen (met een voetpomp, we hebben ook al geen compressor) en klaar!
Als we op de nieuwe kampeer- annex visstek aankomen wordt er al druk gevist. Er arriveren twee politie-agenten. Zij zijn van de Northern Areas Fishing Department en komen de visvergunning controleren. Even verbaas ik me weer over de Pakistanen: we zitten hier op drieduizend meter hoogte op een plek die alleen per jeep te bereiken is en toch lopen hier agenten rond in een officiëel uniform van de vispolitie.

Festival
Na de lunch rijden we zonder onze reisgenoten de laatste kilometers over een steil en kronkelig rotspad naar de Shandur pas. Op de pas arriveren we in een soort Mad Max tentenkamp. Het landschap is kaal maar spectaculair. Overal rijden oude LandCruisers, Jeep Willys en Hilux pickups rond in stofwolken, het is een groot 4WD festival. Honderden tenten staan verspreid over de hoogvlakte. Een straat van tenten vormt een heuse bazaar en er zijn diverse tenten die café's of restaurants blijken te zijn. We vinden een mooi kampeerplekje aan een van de meertjes een eindje buiten 'de stad'.
De wedstrijd de volgende dag gaat tussen de B-teams. Op de finaledag spelen uiteraard de A-teams. Toch is het ook bij deze wedstrijd enorm druk, er zijn meer dan tienduizend toeschouwers. Voor aanvang van de wedstrijd spelen er muziekcorpsen, zijn er toespraken en als laatste voor de start is er een gebed. Dan klinkt een hoorn en publiek en verzorgers vluchten van het veld af. De wedstrijd gaat beginnen! Slechts twaalf paarden en hun berijders, zes van ieder team, blijven op het veld. Het polo in Pakistan kent geen scheidsrechters, enkel bij ieder doel een grensrechter, of misschien moeten we zeggen doelpuntrechter. De bal mag gevangen worden, gegooid, geslagen, je mag elkaar slaan, je mag trekken en duwen, het paard laten struikelen, alles mag zolang je maar op je paard blijft zitten. Ondanks het ontbreken van regels blijft het wel een herensport en dus gaat het er hard maar eerlijk aan toe.

Dood paard
Op een gegeven moment, Gilgit staat inmiddels voor met 4 - 2, stopt een van de paarden van het Gilgit team met rennen. Een helper komt met een fles water aangerend en dit wordt in de bek, pardon, mond, van het paard gegoten. Dan wordt het paard buiten het veld geleid, waar het vervolgens in elkaar zakt. Het beest heeft een hartaanval gekregen. Een van de helpers springt op z'n borstkas bij wijze van hartmassage, maar tevergeefs. Het paard is dood. Van de Pakistanen vernemen we dat het vaker voorkomt dat paarden sterven tijdens de wedstrijd. Met name de hoogte zorgt ervoor dat de paarden zich over de kop kunnen rennen. Het paard wordt in een pick-up geladen en verderop in de vallei begraven. Begraven, want een polopaard is een dier dat met zeker respect behandeld wordt.
Na de wedstrijd ontmoeten we opnieuw onze reisgenoten. Ook op de tweede visstek hebben ze niets gevangen. We verplaatsen onze LandCruiser naar een ander meertje waar de Landrover en Hilux staan. Drie polospelers komen op de vlakte bij het meertje een oefenpartijtje spelen. Als een van de spelers rust houdt vraagt Bastienne of ze even op het paard mag zitten. Dat mag. Gewoon rondstappen lukt voor geen meter. Het paard is niet in beweging te krijgen en als het begint te lopen dan is het de verkeerde kant uit ondanks de rij-ervaring van de amazone. De eigenaar moet uiteindelijk paard en Bastienne terughalen van een paar honderd meter verderop. Wanneer echter de houten polobal verschijnt wordt het paard zowaar bestuurbaar. Bastienne krijgt een polostick en onder bulderend gelach van de Pakistaanse toeschouwers begint een spelletje polo tussen Bastienne en twee Pakistaanse polospelers.

De finale
De volgende ochtend vertrekken we bijtijds richting het poloveld. Dit keer gaan we niet op de tribune zitten. We willen close-up foto's maken en blijven langs het veld staan. Eigenlijk mag dat niet, maar tegen toeristen doen de bewakers niet al te moeilijk, zeker niet als we dicht bij de BBC televisieploeg van Michael Palin blijven.
De polospelers van de A-teams zijn duidelijk anders dan die van de B-teams. De paarden zijn prachtig en de heren zijn van stand. Ondanks de elitaire uitstraling is de wedstrijd vanaf het begin heftiger dan de wedstrijd van gisteren. De paarden galopperen in een waanzinnig tempo achter de houten bal aan. De berijders raken de bal dit keer bijna altijd. Dat was bij het B-team wel anders. Het duwen en trekken is dermate ruig dat diverse spelers verwondingen oplopen. Het publiek reageert uitzinnig, alhoewel het Chitral vak steeds stiller wordt naarmate de achterstand oploopt.
Vanwege de dood van het paard gisteren komt het signaal voor de rust al na dertig minuten in plaats van drie kwartier. Het veld wordt bestormd door het publiek en in de menigte worden folklore-dansen opgevoerd en probeert een doeldelzak-fanfare van de politie rond te marcheren. Na een kwartier veegt de politie het veld weer schoon en gaat de tweede helft van start. Chitral scoort niet meer en Gilgit breidt de voorsprong uit naar 6 - 3. Dan volgt het eindsignaal. Een groep mannen rent met een touw het veld op. Ze vormen een grote cirkel op het veld waar het uitzinnige Gilgit publiek niet kan komen. De Chitral supporters lopen massaal naar hun auto's, velen hadden zelfs al tijdens de tweede helft de handdoek in de ring gegooid. Hoewel er ME aanwezig is, alsmede agenten met automatische wapens, blijft het gezellig. Van Europese voetbaltoestanden is geen sprake.
Binnen de cirkel krijgen alle spelers, ook die van Chitral, een beeldje in de vorm van een paardenhoofd. Voor het winnend team is er een wit paardenhoofd in een glazen kistje. Foto's maken is makkelijk. Alle spelers willen wel even poseren voor de toeristen en de politie die hard optreedt tegen Pakistanen laat Westerlingen ongemoeid.

Te laat
Direct na de wedstrijd wordt het tentendorp in hoog tempo afgebroken. De massale uittocht veroorzaakt enorme stofwolken die de Mad Max sfeer verder vergroten. Wij besluiten ook de pas te verlaten. De Hilux met vader, zoontjes, neefjes, kok en chauffeur is al na de eerste helft vertrokken. We rijden een paar uurtjes naar beneden naar een mooi plekje langs de Gilgit rivier. Tijdens de rit passeren we volgeladen jeeps en tractoren met aanhangers die stampvol zijn met aanhangers van Gilgit. De groene Landrover en onze witte LandCruiser veranderen in gele auto's door de enorme stofwolken.
Bij de rivier wassen we eerst de auto's en dan onszelf. Het water is met veertien graden net warm genoeg om in te zwemmen. Vlak na zonsondergang stopt op de weg boven ons een Toyota busje en komt een man naar beneden gelopen. Of we een krik hebben, vraagt hij, ze hebben een lekke band. Ze komen uit het grensgebied met Afganistan, drie dagen rijden, Ze hebben speciaal voor de polowedstrijden de enorme afstand gereden, maar kwamen door autopech pas na de finale op de Shandur pas aan. We blijven ons verbazen over de Pakistanen. We helpen de mannen bij het verwisselen van de band en krijgen een zak met mango's als dank.
Terug in Gilgit worden we als altijd warm onthaald in Madina Guest House. We ploffen neer met een koude cola. Na een paar dagen Pakistan op z'n best is dat het enige tegenvallertje van dit fantastische land: een koud biertje zit er even niet in...

Dit artikel is gepubliceerd in 4WD Automagazine no. 10 - 2005