Met de auto de afgrond in
Erwin Voogt


Voordat ik m'n ogen open doe weet ik dat er iets ernstigs gebeurd is. Ik heb geen idee waar ik ben en ik heb geen herinneringen van wat er kort geleden of deze dag is gebeurd. Ik vermoed dat ik nog in Pakistan ben, maar de herinneringen daaraan lijken ver weg.
Als ik m'n ogen open doe zie ik dat ik op een hotelkamertje ben, gevuld met al onze spullen uit de auto. We moeten een ongeluk gehad hebben. Bastienne zit op het bed naast me en begint te vertellen, voor de zoveelste keer vandaag omdat ik niets kon onthouden. Dit keer, na een paar uurtjes slaap, werkt mijn geheugen weer normaal en zal ik haar verhaal niet meer vergeten.

Wat is er gebeurd?
We waren op de weg van Chitral naar Gilgit. Een van de mooiste berijdbare routes door Noord-Pakistan. Berijdbaar, als je een terreinauto hebt tenminste en zelfs dan zou de weg niet makkelijk zijn, zeker niet voor een vijf meter lange LandCruiser. Ons was echter verzekerd dat deze weg, of liever dit pad, niet al te moeilijk zou zijn en zeker niet zo gevaarlijk als de route door de Kaghan vallei die we vorige maand gereden hadden. De tocht naar Gilgit zou drie tot vier dagen duren en we hadden 's ochtends de nodige voorraden ingeslagen in Chitral. Vlakbij het plaatsje Booni, een uurtje rijden van Chitral, was er een splitsing. Rechtdoor werd de weg onverhard, rechts de brug over richting Booni leek de logische route. Na het plaatsje Booni werd de weg echter een nauw en kronkelig zandpad. Dat kon toch niet helemaal de bedoeling te zijn. We besloten nog een klein stukje door te rijden en dan om te keren. Juist dan kwam een scherpe bocht naar links. Het linker achterwiel reed maar net over het randje en gleed plots weg over een paar losse stenen. Vanwege het zand hadden de overige drie wielen onvoldoende grip om de auto vast te houden en de hele wagen gleed zijwaarts van de weg af. De auto klapte twee meter lager op z'n zij op een droog irrigatie kanaal. Een diepere, misschien wel dodelijke, val werd zo voorkomen.
Ik zat als bestuurder aan de linkerkant en heb de volle klap gekregen. Bastienne vertelt dat ik eerst een paar minuten buiten bewustzijn ben geweest, maar daarna zelf wel uit de auto kon klauteren. De eerste uren heeft mijn geheugen totaal niet gewerkt. Ik schijn elke dertig seconden opnieuw gevraagd te hebben wat er gebeurd was. Ondertussen heeft Bastienne samen met de lokale politie en de en masse toegestroomde bevolking de auto leeggeruimd. Elk snippertje papier dat uit de auto was gewaaid werd keurig netjes door de boerenbevolking teruggebracht. In een Hilux pickup van de politie zijn alle spullen vervolgens naar het dichtsbijzijnde hotelletje gebracht. Hier werd ik zojuist wakker.

Takelen
De volgende ochtend voel ik me stukken beter. Mijn linker schouder doet nog steeds erg zeer, maar mijn geheugen werkt weer goed. Ik kan me alles tot ongeveer een uur voor het ongeluk herinneren. Van circa half twee 's middags tot een uur 's nachts is er een groot gat. De politie komt ons ophalen zodra een kraan uit Chitral is gearriveerd. De hele nacht is de auto bewaakt geweest. Niet omdat de lokale bevolking ook maar iets zal stelen, maar kinderen zijn speels.
Pas tegen half twee worden we opgehaald door de politie-Hilux. De kraanwagen is gearriveerd uit Chitral, maar heeft onderweg een aanrijding gehad met een Suzuki-busje. Bij het 'Tehsil Head Quarter Hospital Booni', waar ik gisteren door een arts onderzocht ben zonder dat ik het mij kan herinneren, stoppen we. De hand van de politie-agent uit Chitral moet verbonden worden. De voorruit van de kraanwagen is stuk. We vragen ons af wat er van dat busje is overgebleven...
Eenmaal bij de plek van het ongeluk zie ik voor het eerst bewust de auto liggen. Dat ziet er niet mooi uit. De bocht is te smal voor de kraanwagen. De politie en de bevolking zijn echter ervaren in dit soort situaties en wij laten alles dan ook maar op z'n beloop. Eerst worden boomstammen aangevoerd om een plateau naast de auto te maken. Dan worden touwen rond de auto gebonden. Het halve dorp helpt mee om de auto weer op z'n wielen te trekken. Dan worden kettingen aan de auto en de lier van de kraanwagen vastgemaakt. Over boomstammen wordt de auto vervolgens twee meter omhoog getakeld, terwijl de mannen van het dorp de auto in balans houden. Aan het eind van de middag is de auto wonderwel uit de greppel en wordt naar een breder stuk van de weg geduwd. We inspecteren de auto. De carrosserie is geheel vervormd, maar bij het motorblok heeft geen enkel reservoir gelekt. We durven daarom de motor wel te starten. Het lijkt een klein wonder: het dieselblok bromt alsof er niets gebeurd is. Het koppelingspedaal is echter verbogen en de cilinders zijn stuk, dus schakelen kan niet. De auto zal morgen per truck naar Chitral vervoerd worden.

Dank jullie wel!
Aan de man die de leiding voor de hele operatie op zich heeft genomen vragen we hoe we voor de geweldige hulp en inzet van de bewoners van Awi kunnen bedanken. Hebben ze misschien ergens behoefte aan, eten of kleding? 'Absoluut niet' is het antwoord, we mogen niets geven als dank. Het wordt erg gewaardeerd als we een korte speech houden voor de toegestroomde bewoners. Groot gejuich als we in ons beste Urdu 'Bahut shukriya' - veel dank - zeggen. Oja, de baas wil wel nog graag even op de foto met ons. Of we die dan naar hem kunnen opsturen?
De volgende middag worden we weer opgehaald door de politie. Een truck is beschikbaar en dus laden we alle spullen in de pickup. Bij een heuveltje zal de LandCruiser in de truck geduwd worden. Het is zo'n typische kleurrijke Pakistaanse Bedford truck en eigenlijk past de auto er nauwelijks in. Om een beetje meer of minder lakschade maken we ons echter nu niet zo druk. Als de LandCruiser in de truck is gereden, laden we alle spullen over en kunnen we op weg. Overbodig om te zeggen dat de vrachtwagen uiteraard ook nog wat zakken meel moet meenemen. We nemen hartelijk afscheid van de politiemannen van Booni die zo ongelooflijk veel voor ons gedaan hebben. Voorin de truck zitten we met z'n vijven: wij tweeën, de chauffeur, zijn zwangere vrouw die naar het ziekenhuis in Chitral moet en de bijrijder. Zelfs zonder geheugen kan het je in dit land moeilijk ontgaan dat je in Pakistan bent.
Een paar uurtjes later zijn we in Chitral en wordt de auto met veel kunst en vliegwerk uitgeladen. Chitral is een comfortabel bergstadje, maar helaas is er geen geldautomaat en ontstijgt het niveau van de garages niet die van Beun de Haas. De auto moet dus verder getransporteerd worden naar Peshawar. De eigenaar van ons hotel, de beste polospeler van het stadje, regelt voor ons een truck. Slechts 4000 rupee, 65 euro, hoeven we te betalen voor het transport dat twee dagen zal duren en over een steile, onverharde pas van 3100 meter leidt. We moeten een dag wachten op het vertrek en vermaken ons op uitnodiging van de hotelbaas met het kijken naar een polowedstrijd. Nooit geweten dat het zo'n fantastische sport was om te zien en waarschijnlijk ook om te spelen.
Opnieuw vertrekt de truck pas laat in de middag. Dit keer verwondert ons dat wel, want de eerste stop zal het plaatsje Dir zijn, dat voorbij de Lowari pas ligt. Nou ja, het is misschien maar goed ook dat we in het donker rijden, dan zien we de diepe afgronden tenminste niet. Om drie uur 's nachts rijden we Dir binnen. We kiezen ervoor om in ons gehavende autootje te slapen. Dan houden we oog op onze spullen en een hotel voor een paar uurtjes heeft toch weinig zin. Het is met stip onze meest bizarre nacht ooit: slapen in een verwrongen auto achterin de bak van een truck die geparkeerd staat bij een politiebureau...
Eenmaal in Peshawar blijkt de chauffeur de stad niet te kennen. Wij stellen daarom voor om eerst naar de Muslim Commercial Bank te rijden zodat we kunnen pinnen (de chauffeur moet bij aflevering betaald worden) en dan naar het ons bekende hotel te rijden en daar advies te vragen voor het uitladen. De excentrieke hotelbaas Bahadar Khan begrijpt snel wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. Hij adviseert om naar het rangeerterrein te gaan. Dit blijkt inderdaad een perfect idee, want als we daar aankomen zien we een prachtig heuveltje liggen... achter het hek. Helaas is het zondag. De bewakers weigeren ons over de sporen om het hek te laten rijden. Een beetje gelijk hebben ze wel, want wie wordt de volgende? Wachten tot maandag is geen optie en dus rijden we terug en proberen uit te laden op een sportveldje tegenover het hotel dat wat lager ligt dan de weg. Opnieuw met hulp van omstanders en met een schurende bodem krijgen we de auto uitgeladen. Het was erg krap dit keer!

In de rij
De volgende dag gaan we met de bus naar de sjieke Toyota garage van Peshawar. Het is een volledig Westerse garage die ook het onderhoud doet aan de honderden LandCruisers van de ontwikkelingsorganisaties en de Verenigde Naties. In Peshawar stikt het van de UNHCR-'Ruud Lubbers'-LandCruisers. Om één of andere reden zijn het zelden de heavy-duty uitvoeringen zoals wij die rijden, maar bijna altijd superdeluxe glimmende wagens met 235 pk onder de motorkap. Het zal vast nodig zijn om vluchtelingen te helpen.
In de garage worden we hartelijk ontvangen door de sympathieke service manager Agha Ali Nasir. Nadat we ons verhaal verteld hebben rijden we in zijn auto, een oude Nissan Sunny, samen met de chef van de werkplaats naar onze auto. Ze kijken niet op van de schade en de chef rijdt onze auto naar de garage. We leren van dit ritje dat je ook prima zonder koppeling kunt schakelen en dat je ook in z'n drie kunt wegrijden - zonder koppeling. In de garage wordt de auto uitgebreid onderzocht en wordt een offerte opgemaakt. Voor maximaal 1500 euro wordt de auto volledig als nieuw hersteld en wordt ook al het reguliere onderhoud gedaan. Onze auto moet nog wel even in de rij: eerst moet die LandCruiser daar die over de kop is gegaan, en dan nog die andere die op z'n dak is gevallen. Dan zijn wij aan de beurt. Ze hebben hier duidelijk ervaring met dit werk. De klus zal uiteindelijk meer dan een maand in beslag nemen, maar ze maken er een fantastische reparatie van. Wie het niet weet zal de schade niet meer kunnen aanwijzen. In Nederland zou de auto uiteraard total loss zijn geweest.

Dit artikel is gepubliceerd in 4WD Automagazine no. 4 - 2005