Een rivierbedding in Sierra Leone. Een groep jonge mannen zeeft het fijne bodemzand. Een rotklus, en eentje die meestal weinig oplevert. Maar áls je wat vindt ben je rijk! De mannen zoeken naar diamanten. De edelstenen zijn een miljard jaar geleden gevormd. Het zachte kimberliet-gesteente waarin ze zaten opgesloten is door erosie weggespoeld en de kleine, harde diamanten stromen mee met de rivier.
Als de mannen hun vondst zelf mogen houden hebben ze geluk. Meestal loopt het anders, zeker in arme landen als Sierra Leone. De kans is groot dat ze voor een rebellenleger werken. De recruten, of eigenlijk slaven, moeten hun vangst inleveren. Die wordt vervolgens over de grens gesmokkeld en verkocht als eerlijke handelswaar. Met de opbrengst financiert het rebellenleger zijn bloedige strijd tegen de regering. De diamanten heten daarom ook wel 'bloeddiamanten'.
Sierra Leone en veel andere ontwikkelingslanden hebben een rijkdom aan schatten in hun bodem zitten. Niet alleen diamant maar ook andere ertsen en olie kunnen veel geld opleveren. Je hoeft het alleen maar uit de grond te halen en te verkopen. Waarom zijn deze landen dan niet rijk en is er vaak oorlog? Blijkbaar is het niet zo eenvoudig. Sterker nog, het is niet eens eenvoudig om een verklaring voor deze paradox te vinden die grondstoffenvloek heet. Al jaren doen diverse theorieën de ronde. Onlangs haalde een Nederlandse onderzoeker deze theorieën allemaal weer onderuit.
Rijkdom is slecht
Waar gaat het om? Economen weten al langer dat landen met veel natuurlijke grondstoffen een langzaam groeiende economie hebben en relatief vaak in oorlog zijn. Dit heet ook wel de grondstoffenvloek. Hoe het werkt is onduidelijk, men denkt dat zoveel rijkdom slecht is voor leiderschapskwaliteiten, het werkt luiheid en corruptie in de hand. Er zijn opvallend vaak dictators aan de macht in landen met veel grondstoffen. Zij kopen van de opbrengst vooral wapens. In plaats van scholen en wegen voor de bevolking aan te leggen natuurlijk. Die komt in opstand en een burgeroorlog is geboren. Niet echt bevorderlijk voor de economie en het welvaren van een land.
Maar onderzoeker Erwin Bulte van de universiteit Wageningen gelooft dit verhaal niet. 'De grondstoffenvloek is verkeerd gemeten,' stelt hij. Het is helemaal niet zeker wat de oorzaak is en wat het gevolg, schrijft hij in een Science-artikel waarmee hij onlangs een prijs won. Vaak zetten economen de groei in een land af tegen de export van grondstoffen. Het is beter om niet de export maar de hoeveelheid grondstoffen te gebruiken. Als je dat doet blijkt ineens dat landen wél een hogere economische groei vertonen naarmate er meer grondstoffen zijn. Het kan dus zijn dat veel export van grondstoffen de economie wel schaadt bijvoorbeeld omdat het land te veel afhankelijk wordt van de export. Maar de aanwezigheid van de grondstoffen alleen is niet het probleem. Ook veel oorlog in een land met veel grondstoffen zegt niks. Het kan best zijn dat een conflict een land afhankelijk maakt van de export van grondstoffen in plaats van omgekeerd waarbij grondstoffen een conflict veroorzaken.
'De grondstoffenvloek bestaat helemaal niet, zegt Bulte. 'Tenminste als je alle landen ter wereld samen bestudeert. In individuele gevallen kan het best zijn dat de aanwezigheid van veel natuurlijke hulpbronnen de situatie heeft verslechterd. Zeker in arme landen met een slechte regering. Maar stel dat in Nederland ineens een enorme bel gas wordt gevonden dan moeten we daar alleen maar heel blij om zijn. Bij ons heerst er geen vloek op grondstoffen.'
Dit artikel is gepubliceerd in Explore, 2009.