TI Pharma maakt snelle start van life sciences projecten
Bastienne Wentzel
1 november 2007, Diversen
Tweeduizendzeven was het jaar van de start van de projecten voor het Top Instituut Pharma. Het topinstituut is in juli 2006 officieel gelanceerd. Het is uniek als zogenaamd public-private partnership waarin academia, bedrijfsleven en regulatoire instellingen samenwerken. Het doel is de efficiëntere ontwikkeling van geneesmiddelen waardoor de patiënt sneller en goedkoper genezen kan worden. Met het uitvoeren van een sterk R&D programma, het opzetten van een trainingsprogramma en het zoeken van de samenwerking buiten de grenzen werkt het topinstituut aan het vestigen van zijn naam.
Was er december 2006 nog slechts één contract getekend, afgelopen jaar zijn meer dan de helft van de 44 projecten gestart. 'Dat vind ik erg snel,' zegt Victor Nickolson, managing director van TI Pharma. 'Uit eigen ervaring weet ik dat het opstellen van een contract, zelfs tussen twee partijen, zo'n zes tot twaalf maanden in beslag neemt. En deze consortia hebben soms meer dan tien partners. We zijn allemaal ongeduldig en willen liefst meteen van start, maar het is niettemin vlot gegaan.' Bedrijven en kennisinstellingen konden in twee rondes projecten indienen die in zogenaamde consortia worden uitgevoerd. De overheid subsidieert het onderzoeksprogramma met €130 miljoen over vier jaar, mits het bedrijfsleven en kennisinstellingen ook ieder €65 miljoen bijdragen. De animo was zo groot dat slechts een derde van de ingediende projecten kon worden gehonoreerd.
Samenwerken
Bijzonder is dat binnen TI Pharma veel verschillende 'lagen' uit het farmaceutisch onderzoek samenwerken. Het is een synergie tussen kennisinstellingen, UMC's, grote en kleine farmaceutische bedrijven. Nickolson legt uit: 'Drug discovery en development bestaat uit een aantal stappen. Het begint met het vinden van een target, daarna het ontwikkelen en testen van leads. Uiteindelijk worden klinische trials gedaan. Elk van de partners heeft zijn eigen specialiteit. Zo hebben UMC's grote patiëntendatabases en zijn ze goed in klinische trials. Het MKB heeft gespecialiseerde technologie. Kennisinstellingen doen basaal onderzoek en de grote farmaceutische bedrijven voeren de lead optimisation uit. We zien dat de partners in de consortia écht samenwerken,' zegt Nickolson.
Niet alleen binnen TI Pharma wordt meer samengewerkt. Het instituut zelf heeft dit jaar ook de hand gereikt naar enkele nieuwe recente initiatieven, het CTMM (Center for Translational Molecular Medicine en BMM (Bio Medical Materials). 'We vullen elkaar heel goed aan,' vindt Nickolson. 'We hebben veel overleg en we hebben afgesproken dat we niet met elkaar gaan concurreren. Als wij bijvoorbeeld een biomarker vinden gebruiken we die voor de ontwikkeling van een geneesmiddel maar zullen geen diagnosticum ermee ontwikkelen. Dat is het gebied van CTMM.'
Extra trainingsprogramma
Een belangrijk onderdeel van TI Pharma is onderwijs en training. Eerder dit jaar werd al een start gemaakt door in samenwerking met FIGON (de Federatie voor Innovatief Geneesmiddel Onderzoek Nederland) te inventariseren welke cursussen en trainingen op het gebied van geneesmiddelonderzoek leerzaam en toegankelijk zijn voor promovendi die werken binnen TI Pharma. Onlangs is dat aanbod uitgebreid met eigen cursussen. 'Wij hebben zo'n 500 nieuw aangetrokken mensen, promovendi en post-docs. Wij vinden het erg belangrijk om ze naast de wetenschappelijke training die ze krijgen binnen de onderzoeksscholen een apart trainingsprogramma aan te bieden.'
Het trainingsprogramma is toegespitst op twee zaken. De eerste gaat in op het proces van drug discovery&development, een langdurig, complex en duur proces volgens Nickolson. Daar is een aantal cursussen voor opgezet. De eerste is een introductiecursus die verplicht is voor promovendi en post-docs. Een andere is een intensieve en unieke simulatiecursus waarin de student wordt geconfronteerd met wat er gebeurt tijdens geneesmiddelontwikkeling. Deze cursus is verplicht voor post-docs. Daarnaast wordt gewerkt aan een drug hunting simulatiecursus, ook verplicht voor post-docs. Verder wordt een training business en entrepreneurial skills gestart die verplicht is voor AIO's. Een deel van de cursussen zijn bestaande trainingen, onder andere ontwikkeld door Organon. Ze worden gegeven door mensen die in de consortia werken. 'Wij vinden dat iedereen die binnen de farmaceutische wetenschappen werkt hoort te weten hoe deze processen in elkaar zitten,' zegt Nickolson. 'Het is in mijn ogen namelijk een misvatting dat je niet hoeft te weten hoe de R&D processen werken en wat de financiële aspecten zijn van geneesmiddelontwikkeling als je niet bij een farmaceutisch bedrijf gaat werken.'
Blik op Europa
Een wens van Nickolson is het uitbreiden van de educatie naar het buitenland. 'Ons educatieprogramma is uniek in Europa. Onze ambitie is om het programma open te stellen voor promovendi buiten het instituut.' TI Pharma is in meerdere opzichten de blik aan het verruimen. Het instituut heeft veel contacten met 'Brussel'. Er wordt gezocht naar een mogelijkheid om samen te werken met het Europese Innovative Medicines Initiative (IMI). 'Wij zullen projecten identificeren waar niet alleen Nederlandse maar ook buitenlandse partijen in meedoen. Ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen doe je niet alleen in Nederland. Ook expertise uit andere landen kunnen we daarbij heel goed gebruiken. Uiteindelijk gaat het erom niet alleen Nederland maar ook Europa op de kaart te zetten en te houden wat betreft geneesmiddelonderzoek.'
Nickolson heeft nog een idee om de status van het Nederlandse geneesmiddelonderzoek in het buitenland te verhogen en tegelijkertijd het proces efficiënter te maken. 'Nederlandse kennisinstellingen zouden hun technology transfer offices moeten centraliseren. Wij moeten nu steeds opnieuw onderhandelen voor een contract waarbij meerdere universiteiten bij betrokken zijn. Een centraal en professioneel tech-transfer office zou een one-stop-shop kunnen worden.'
De subsidieregeling van TI Pharma loopt tot 2010. 'Ik ga ervan uit dat we subsidie krijgen voor een tweede periode van vier jaar. Maar we moeten ook op zoek naar nieuwe financieringsmogelijkheden zodat we niet alleen afhankelijk zijn van de overheid,' zegt Nickolson. Onlangs is daarom een strategieplan opgesteld voor de periode tot 2015. 'In 2015 moet onze 'omzet' verdubbeld zijn,' licht Nickolson toe. 'We besteden nu €65 miljoen per jaar aan geneesmiddelonderzoek. Dat moet €130 miljoen worden. Dat zal deels van de overheid komen maar ook van andere partijen zodat we niet alleen afhankelijk blijven van subsidies. We moeten op eigen benen gaan staan. We willen dat TI Pharma gezien gaat worden als het beste instituut waarbij je je onderzoek kunt laten uitvoeren.'
Dit artikel is gepubliceerd in Biotech News, november 2007, pag 14.