Introductie: Daihatsu Terios
Bastienne Wentzel

1 juni 2006, 4WD Automagazine

De nieuwe Daihatsu Terios is er. En als we 'nieuw' zeggen, bedoelen we ook 'nieuw'. Het Japanse mini-terreinwagentje, ooit bedoeld als opvolger van de klassiekers Rocky en Feroza, is compleet gerestyled. Je kent hem niet meer terug en dat is bedoeld als compliment. Of er behalve het uiterlijk nog meer verbeterd is gingen wij voor u testen.

Waar de meningen nog verdeeld waren over het oude model koekblik is iedereen het er nu over eens: de nieuwe Terios ziet eruit als een volwassen SUV, stoer en modern. Volgens Daihatsu Nederland heeft hij zelfs al de Duitse Red Dot Design Award 2006 in de wacht gesleept voor het ontwerp. Nadat potentiële kopers al enkele weken bij de dealer konden testrijden, werd ook de pers uitgenodigd kennis te maken met Daihatsu's Global Strategy Vehicle. Met deze uitdrukking bedoelen ze dat de nieuwe Terios één van de belangrijkste modellen is voor de Europese markt. Wereldwijd rekent men op een productie van 100.000 stuks. Van het oude model Terios zijn er 300.000 verkocht.
Naast een verbeterd uiterlijk is de Terios er in ruimte behoorlijk op vooruit gegaan. Hij is ruim 20 centimeter langer en 13,5 cm breder. De wielbasis is 16 centimeter gegroeid. Die extra centimeters zijn binnenin duidelijk merkbaar. De bestuurder en passagier hebben niet meer het gevoel bij elkaar op schoot te zitten, maar hebben ieder hun eigen redelijk comfortabele stoel. Je zit hoog en dat wordt doorgaans als pluspunt ervaren. De zetels zijn nog steeds wat aan de zachte kant maar geven voldoende steun zodat twee uur rijden geen pijnlijke spieren oplevert. De ruimte voor de chauffeur is helaas nog steeds niet gemaakt voor lange Europeanen; benen zitten al gauw klem tussen dashbord en stuurwiel. Boven het hoofd is wel genoeg ruimte. Het dashbord oogt nogal eenvoudig maar functioneel. Alles werkt, en het is een kwestie van smaak of je de geribbelde plastic draaiknoppen voor de verwarming, of de dikke kokers voor de tellers mooi vindt.
Achterin zien we drie hoofdsteunen zitten. Daihatsu meldt dat het mogelijk moet zijn 'comfortabel met vijf volwassenen te reizen'. Wij wagen dat te betwijfelen. De deelbare achterbank bevat twee volwaardige zitplaatsen met verrassend veel beenruimte, dat moet gezegd. De derde zitplaats in het midden is alleen voor noodgevallen. De kofferbak is met 380 liter inhoud heel behoorlijk. Met een of twee neergeklapte achterstoelen kan er een hoop bagage mee in de Terios. Grappige optie is de 12V plug achterin, handig voor de kruimeldief, batterijoplader, enzovoort.

Stadsauto
Automakers zijn blij met de opbouwende kritiek van hun klanten. In het geval van de Terios was de grootste klacht de kleine motor die in het oude model lag. Die was slechts 1,2 liter groot, met het bijbehorende lage koppel van 120 Nm. Dus, dacht men bij Daihatsu, leggen we er een grotere motor in. Het werd een 1,5 liter 16-klepper met 140 Nm bij 4400 toeren (77kW/105 pk bij 6000 rpm). Vreemd genoeg is er ook een 1,3 liter versie leverbaar die net als de oude 1,2 liter motor maar 120 Nm aan koppel levert, maar Daihatsu Nederland zet deze om begrijpelijke redenen niet standaard op de lijst. Wij raden Wij raden het niet aan. De 1,5 liter motor die in de testauto hangt is weliswaar wat sterker dan de oude versie, maar moet ook 145 kilo meer auto voortbewegen. Tijdens de testrit zal blijken of de krachtbron voldoende sterk is.
We testen de rijvaardigheid van de Terios eerst in de stad. Hij rijdt lekker vlot weg en accelereert bij stoplichten en bij inhaalmanoeuvres prima. Hij stuurt stevig en direct. In het drukke stadsverkeer voelt hij zich duidelijk prima thuis. Vervolgens draaien we de provinciale weg op en moeten we de snelheid wat opvoeren. Dat gaat weliswaar best, maar nadat we in de hoogste versnelling van 80 naar 100 km/u accelereren begint de motor een behoorlijk kabaal te maken. Hé, dat komt bekend voor van de oude versie. Deze snelheid voelt alsof de max van de Terios al bijna bereikt is, terwijl die officieel op 160 km/u ligt. Wij willen in ieder geval niet weten hoe de auto dan klinkt... De conclusie moet zijn dat er best nog wat paarden, dan wel newtonmeters bij hadden gemogen.

Terreinauto
Tenslotte willen we nog wel even weten hoe de Terios zich in het terrein gedraagt. We hebben de permanent vierwielaangedreven versie meegekregen die de krachten eerlijk over voor- en achterwielen verdeelt. Tevens is de 4WD versie voorzien van centraal differentieelslot dat door middel van een knop op het dashbord ingeschakeld kan worden. Als optie is een Limited-Slip Differentieel (LSD) verkrijgbaar. Mocht één van de achterwielen doorslippen dan zorgt het LSD-systeem zorgt ervoor dat er meer kracht naar het andere achterwiel wordt gebracht.
Verder kan als optie voor een electronisch VSC (Vehicle Stability Control) systeem worden gekozen die samen met ABS en Traction Control ervoor zorgt dat de auto stabiel door bochten gaat. Op de automatisch geschakelde versies kan ook voor DAC (Downhill Assist Control) en HAC (Hill-start Assist Control) systemen worden gekozen. Deze zorgen er respectievelijk voor dat je rustig een gladde helling af kan rijden en eenvoudig een hellingproef kan uitvoeren zonder gebruik van de handrem.
De test-track bestaat helaas slechts uit een zandpad met veel kuilen en een enkele modderpoel. Flink gassen over de kuilen doet ons concluderen dat 1) de vering prima in orde is, en 2) de auto hoog genoeg op z'n voeten staat om de bodem niet te raken en tevens dat er geen onnodige, laaghangende spoilers op zitten. De eerste conclusie betekent een verbetering ten opzichte van het oude model. Daar werd nog geklaagd over stuiteren en schommelen, waar wij bij deze test niets van bespeurden. De nieuw ontworpen ophanging, optioneel met stabilisatorstang achter, is voor deze verbetering verantwoordelijk, samen met het bredere spoor van de wielen natuurlijk.
De tweede conclusie wordt bevestigd door de koele cijfers. De Terios heeft een bodemvrijheid van 20 cm, een inloophoek en uitloophoek van respectievelijk 38 en 37 graden. Allemaal zeer respectabele waarden behorende bij een echte terreinauto. Hoewel we het niet konden testen zal de Terios zich op gladde wegen, in beschaafde modder of op hobbelig en heuvelig terrein zeker goed gedragen. Feit is dat vierwielaandrijving een hoop helpt voor een goede wegligging onder gladde omstandigheden, en dus het rijden veiliger maakt. Toegevoegde veiligheidsmaatregelen zijn voor de hand liggend. Airbags voor waren al standaard op de Terios, inmiddels is ABS op de prima functionerende remmen dat ook. Zij-airbags en gordijn-airbags zijn helaas alleen als optie verkrijgbaar. Onafhankelijke testresultaten zijn nog niet beschikbaar maar Daihatsu geeft de auto na eigen tests een NCAP drie-sterren kwalificatie.
Daihatsu vindt zelf dat ze een zuinige auto hebben gemaakt. De feiten: de testauto (1,5 liter 4WD Exclusive) slurpt volgens hun eigen specificaties bij een combinatie van stad en buitenwegen 8,1 dure liters benzine per 100 km (1 op 12,3). Dat is aan de hoge kant en niet beter dan bij het vorige model dat toch al vijf jaar oud is. Ook de opgegeven uitstoot van CO2 (191 gr/km) mag best wat lager in vergelijk met anderen uit deze klasse.

Wat moet dat kosten?
Bovengenoemd testmodel kost €25.998,- Toch een aardig bedrag voor een mini-SUV met bijbehorende mini-motor. Daihatsu mikt naar eigen zeggen op klanten die hun Kia Sportage of Renault Scénic komen inruilen. Deze klanten zijn met de Terios weliswaar goedkoper uit, maar moeten ook inleveren op motorvermogen, ruimte en luxe. Het instapmodel van de Terios is de twee-wiel aangedreven versie met 1,5 liter motor. Deze kost €19.990,- en dan heb je geen airco, geen aansteker en asbak, geen radio/cd speler, geen multi-informatie display, geen lichtmetalen velgen, geen zij-airbags en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het eenvoudigste 4WD model heeft al deze goodies wel, en komt op €23.998,-. De prijs lijkt echter niet zo van belang bij deze geinige mini-terrein-SUV. Kopers van een Terios zullen ook bij dit nieuwe model nog steeds afgaan op hun gevoel. De feiten tellen dan minder mee.

Dit artikel is gepubliceerd in 4WD Automagazine nr. 6, juni 2006.