De ruige schoonheid van de Shimshal Pamir
Bastienne Wentzel

1 juli 2003, Outdoor magazine

Hoger dan de Alpen, ruiger dan de Himalaya, rustiger dan Nepal, vriendelijker dan India. Trekking in Pakistan heeft zoveel voordelen dat je je soms afvraagt waarom niet meer mensen dit prachtige land ontdekt hebben.

Karimabad is een geweldig dorpje. Toeristisch voor Pakistaanse begrippen, maar voor wie wel eens in Nepal heeft gewandeld is het een verademing. Er zijn bijna geen andere toeristen. Wel hobbelige, steile klinkerweggetjes met toeristencafés en toeristenwinkeltjes. Ons comfortabele guesthouse serveert de lokale specialiteiten abrikozensoep en pannekoeken met roomkaas in de tuin. Mét uitzicht op de Hunza vallei en de berg Rakaposhi. Perfecte plek om voorbereidingen te treffen voor tien dagen trekken in de Shimshal Pamir.
Treks langer dan een paar dagen zorgen in Pakistan voor een klein logistiek probleem. Er zijn geen guesthouses, noch dorpen langs de 'trekkingroutes'. De routes zelf zijn slechts geitenpaadjes en het pad is niet gemarkeerd. Kaarten zijn er nauwelijks van het gebied. Eten en onderkomen moeten we zelf meesjouwen, of dat door dragers laten doen. Wij kiezen voor het laatste vanwege de lengte van de tocht. Eten sjouwen voor tien dagen is niet makkelijk. We zijn nou eenmaal niet in Nederland waar je tien zakjes lichtgewicht droogvoer kan kopen. De bedeesde gids Karim verzorgt de tocht voor ons. Zijn vriend en hulpgids Majeed gaat mee. Het doel is het dorpje Shuwert op de Shimshal pas, amper honderd jaar geleden nog berucht om de overvallen van de Shimshali's op karavanen naar China. Onze dragers zijn ook Shimshali's...

Een brug, of niet?
De weg naar Shimshal is de jongste aanwinst in het ruige noord-Pakistaanse wegennetwerk. Nou ja, weg. Een pad breed genoeg voor de kleine Jeeps die er rijden. De weg, betaald met Westers geld en gebouwd door bewoners van de vallei, moet het dorp Shimshal een verbinding met de buitenwereld geven. Bijna alle bruggen zijn af, behalve de laatste twee, zegt gids Karim. De op één na laatste brug ziet er uit alsof hij ons wel zal houden. Of toch niet? 'We moeten allemaal de auto uit', zegt Karim. 'Waarom dan? De brug ziet er toch prachtig uit?' 'Dat wel, maar je moet er toch uit.' '??'
Consternatie en veel heen en weer gepraat in het Engels, Urdu, Wakhi, Nederlands. Het blijkt dat de brug morgen officieel zal worden geopend. Het is dus een beetje heiligschennis om er nu al overheen te rijden. Moeten we dan toch een dag extra lopen? Die tijd gaan van de echte trek af.'Lopen jullie maar over de brug, dan gaat de chauffeur met de auto.' zegt Karim uiteindelijk. Oplossingen zijn soms zo simpel.

Geitenacrobatiek
De volgende dag begint de trekking echt. We zetten flink de pas erin en worden onmiddellijk afgestraft. De loodrechte grijze wand voor ons blijkt onze route te zijn. We moeten zo'n honderd meter recht omhoog door los puimsteen, om uit te komen bij een rechte rotswand waar tegenaan een provisorische ladder is gemaakt. Twee stappen omhoog en weer een meter terugglijden. Als we van dit staaltje geitenacrobatiek bij zitten te komen spoort Karim ons aan om verder te gaan. 'Er is nog maar één plek waar water is, daar moeten we lunchen. Nog twee uur!' Ter plekke blijkt het stroompje bijna opgedroogd. Geen noedelsoep dus. Karim besluit dat de lunch uit Tucjes met tonijn uit blik, biscuits en gedroogd fruit zal bestaan. Wij vinden het best, voor deze ene keer. We weten dan nog niet dat we dit de hele week als lunch zullen krijgen...
Een dag later wordt het nog leuker. Het komt vaker voor dat we op een randje staan en ons ernstig afvragen waar het pad eigenlijk is. Meestal duikt er dan wel een voetbreed richeltje op, maar deze keer niet. Vijftig meter recht onder ons raast een modderige rivier en zien we de brug waar het pad overheen loopt. Moeten we hier naar beneden? Gelukkig zijn onze dragers zeer behulpzaam. Ze gebruiken stokken om voetsteunen te maken en sjouwen onze rugzakken. Ze zorgen ervoor dat we allemaal veilig beneden komen. De jongste drager heeft deze tocht ook nog nooit gemaakt en tot onze opluchting heeft hij ook hulp nodig. Het ligt dus niet aan ons, vlaklanders. Zwijgend zetten we de tocht voort, stil geworden door de schoonheid van het landschap. Of zou het toch door de vermoeidheid komen?

Staking
De laatste ochtend voor we in Shuwerth zullen aankomen zijn de dragers nog niet opgestaan als wij ontbijt krijgen. Karim loopt boos heen en weer. Het probleem: de dragers staken! Ze willen meer geld en minder gewicht dragen. Er is alweer een simpele oplossing: de dragers krijgen een beetje meer geld en we laten wat eten achter. We komen immers op de terugweg weer langs dezelfde plek. Karim en Majeed vloeken binnensmonds dat ze nooit meer Shimshali's zullen huren als dragers. 'Allemaal luie donders en oplichters.'
Het dorp Shuwert hoog op de groene Shimshal pas is heel bijzonder. Nog niet eerder zijn we op een plek geweest waar geen spoor van technologie is. Geen auto's, geen electriciteit, logisch. Maar ook geen radio's, zaklampen, of plastic zakken. Spullen die je eigenlijk overal ter wereld op de gekste plekken aantreft. De ongeveer veertig vrouwen met hun kinderen zorgen 's zomers voor een kudde van duizend yaks en ontelbare geiten. De mannen blijven beneden in het dorp Shimshal waar onze trek begon. Boven is er zoveel vee dat ze 's winters een deel van de kudde aan zijn lot overlaten in de bergen. En wij voelden ons nog schuldig over de geit die voor ons werd geslacht bij wijze van feestmaal. We dachten dat we schaars vlees van de dorpsbewoners inpikten... De vrouwen van Shuwerth zijn allemaal even gastvrij en overal krijgen we kaas, yoghurt, thee en brood aangeboden. Aan het eind van de dag aanschouwen we het spektakel van het binnenhalen van al het vee. Onder de indruk lopen we weer terug naar het kamp.

Nog een pas
Na een dag rust lopen we weer terug naar de plek waar onze spullen zijn achtergebleven. Om niet dezelfde route terug naar het dorp Shimshal te hoeven lopen willen we graag over de Shpodeen pas naar een andere vallei. Deze pas is 5346 meter hoog, dat moet lukken denken we. We gaan met hulpgids Majeed mee, die ondanks dat hij de hele tijd ziek is geweest de sterkste van het gezelschap is. Drager Ali gaat ook mee, met z'n vieren moeten we nu alle spullen sjouwen voor twee nachten. De rest van de groep gaat direct terug naar het dorp en zal daar op ons wachten.
Weer gaat het door ruige valleien praktisch zonder begroeiing. Hoewel hier wilde schapen, ibex en zelfs sneeuwluipaarden zouden moeten leven, zien wij alleen een familie hazen en wat hoenders. We slapen in een geïmproviseerd onderkomen: de binnen- en buitentent worden apart van elkaar over de rotsen gedrapeerd. Zo zijn er twee slaapvertrekken. Twee tenten zou te zwaar zijn geweest en met z'n allen in één tent is voor de Pakistani's ondenkbaar: er is immers een vrouw in het gezelschap!

Om half zes de volgende ochtend maakt Majeed ons wakker. 'Snel, opstaan! Jullie zijn te laat!' Te laat? Hoezo? We zouden toch rond zessen vertrekken? De reden voor Majeed's paniek ontgaat ons volledig. Als ook nog blijkt dat het sneeuwt blijven wij liever nog even liggen. De route over de pas naar de volgende hut is maar een paar uur. De sneeuw en daarmee de kou, zal later op de ochtend toch wel weggaan? Maar volgens Majeed zal alles ondersneeuwen en kunnen we dan de pas niet meer over. Gelukkig houdt het op met sneeuwen en staan we om half acht bovenop de pas. Prachtige kleuren strekken zich voor en onder ons uit: van zwart via felrood naar geel en bruin. Daarachter ligt de groene Zardgarben vallei. We moeten nog wel even die loodrechte helling onder ons afdalen. Majeed en Ali maken van een rol meegebracht touw een geïmproviseerde trapleuning, waarbij zij zelf de bevestiging zijn. Heel ingenieus.

Lekker eten
Beneden is er nogmaals discussie, ditmaal over het feit of we hier in de hut zullen overnachten of doorlopen. De reden van Majeed's paniek vanochtend wordt duidelijk: hij wil vandaag al doorlopen naar het dorp. Wij willen dat helemaal niet, we hebben toch tijd zat? De groep verwacht ons morgen pas terug. Majeed wordt boos want hij wil het liefst zo snel mogelijk naar huis. Het meningsverschil wordt bijgelegd met hulp van Ali en we rusten lekker de hele middag uit in de zon. De laatste dag lopen we afwisselend door een brede, groene vallei en door een kloof steil naar beneden. Als we in het dorp aankomen wacht de rest van de groep al op ons. We krijgen een geweldig maal, want, het moet gezegd, de lunches waren wat curieus maar de avondmaaltijden waren prima verzorgd met dank aan kok Jan.


Informatie

Karakteristiek van de tocht
Traject: 95 km in 8 dagen lopen. Twee dagen voor het vervoer naar het dorp Shimshal.Moeilijkheidsgraad: Zware tocht door de grote hoogte. Het hele traject ligt boven 3000 meter. Hoogteverschillen zijn zeer groot.Markering: Geen. Een gids is zeer aan te bevelen, daar de enige kaart van het gebied een schaal van 1:250.000 heeft.
Overnachten: Tent.
Er naar toe: Vliegen naar Islamabad en vanuit daar naar Gilgit. In Gilgit kunnen gidsen, dragers en spullen worden geregeld, maar ook in Karimabad, 100 km noordelijker. Vanuit Gilgit gaan bussen naar Karimabad. Bij een georganiseerde tocht hoort het vervoer per jeep naar het dorp Shimshal waar de trek begint.
Beste tijd: De hele zomer, van eind mei tot begin oktober. Vroeg en laat in het seizoen kan het koud zijn op grote hoogte en zijn passen misschien onbegaanbaar door sneeuw. Juli en augustus zijn het warmst. Van drukte of een toeristisch hoogseizoen is in Pakistan nooit sprake.
Flora en Fauna: De Shimshal Pamir wordt geroemd vanwege de relatief grote hoeveelheden ibex, blue sheep, bruine beren en sneeuwluipaarden. Deze dieren verblijven meestal op grote hoogte, dus de kans ze te zien is niet zo groot. Officiëel is de jacht verboden, maar de stapels schedels met horens langs het pad vormen het lugubere overblijfsel van slechtere tijden voor het wild.

Overnachting, uitrusting en proviand
Zelf organiseren van deze tocht zonder gids vereist grote kennis van het gebied en de mensen, evenals grote zelfredzaamheid op het gebied van oriëntatie en trekken in ruig terrein. Je hebt eten nodig voor minimaal tien dagen. In het dorp Shimshal is geen hotel of winkel, dus alles moet uit Karimabad of verder weg meegenomen worden. Water is schaars en vervuild door het vee, dus zuiveringsmateriaal en kennis van vindplaatsen is noodzakelijk. Verder heb je een tent en warme spullen nodig voor op grote hoogte. Het kamp op de Shimshal pas ligt op 4700 meter. In augustus is het met warm weer -5°C 's nachts. Let op hoogteziekte! Zonder kennis van deze kwaal is het gevaarlijk deze tocht te ondernemen, ook met gids. Al het materiaal is tweedehands te huur of te koop in Karimabad en Gilgit, maar verwacht geen moderne technische hoogstandjes. Het is wel vaak gebruikt expeditiemateriaal, dus van redelijke kwaliteit.

Gidsen en kaarten
- Trekking in the Karakoram & Hindukush, Lonely Planet Publications, 2002, ong. € 25. Zeer nauwkeurige beschrijving van 57 treks in noord-Pakistan, inclusief deze tocht. Veel praktische informatie en adressen.
- Pakistan, Footprint, 2000. Ong. € 25. Praktisch boek over heel Pakistan met tips voor treks en een uitgebreid hoofdstuk over noord-Pakistan.
- The Gilgit Game, John Keay, Oxford University Press 1979. Waargebeurde verhalen over de militaire ontdekkingsreizen eind 19e eeuw in het gebied dat nu noord Pakistan is.
- Karakoram van The Swiss Foundation for Alpine Research, 1:250.000

Adressen en sites:
- Toeristische informatie: PTDC (Pakistan Tourist Development Corporation) Tourist Information Center: F6 Markaz, Super Market, Islamabad. Tel +92 (0)51 9202766. E mail: tourism@isb.comsats.net.pk. Website: http://www.tourism.gov.pk
- Winkel annex trekkingbureau: Karim's Offer, Karimabad, karimoffer@hotmail.com. Veel gebruikt expeditiemateriaal van branders tot schoenen en van tenten tot klimspullen en soms lichtgewicht eten. De twee broers organiseren treks en expedities.
- Guesthouse en trekkingbureau: Madina Guest House, Gilgit (Mr. M. Yaqoob) NLI Chowk, Gilgit. Tel. +92 (0)5811 52457. Treks in heel noord-Pakistan en hulp bij het organiseren van vervoer en spullen.
- http://www.erwinvoogt.com/overland.html Reiswebsite van Erwin Voogt en Bastienne Wentzel met o.a. informatie over noord-Pakistan waaronder Shimshal.