Het begon twee jaar geleden als een competitie voor studenten van de hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Twee teams van twee studenten van Van Hall Larenstein ontwierpen voor hun afstudeeropdracht een product op basis van teff, een Ethiopische graansoort. Marten Visser en Berber Top bedachten de winnende sportreep Sporteff. Stagebegeleider was lector voedselveiligheid Arnold Dijkstra, ook bedenker van Van Hall Spin Off Life Sciences dat wil helpen kansrijke ideeën om te zetten in nieuwe bedrijven.
Dijkstra vroeg de studenten of ze met hun idee een bedrijfje wilden starten. Met hulp, advies en een kantoorruimte van Van Hall Spin Off zetten zij in 2005 het bedrijf Sporteff op, inmiddels omgedoopt tot Berrnell Food. Het bedrijf staat nu op het punt om de markt voor gezonde sportrepen te veroveren. De eerste repen liggen sinds maart in sportwinkels.
Teff doet het werk
Teff is glutenvrij en daardoor geschikt voor mensen met een glutenallergie. Maar er is meer. Succesvolle Ethiopische atleten zoals Kenenisa Bekele claimen dat ze mede dankzij teff zo hard kunnen lopen. Directeur van Berrnell Food Rik Kielman heeft veel vertrouwen in de sportreep. “Teff bevat van nature gezonde en voedzame ingrediënten. Wij zorgen ervoor dat er een lekker product komt met uitsluitend natuurlijke grondstoffen. Verder doet teff het werk voor ons,” aldus Kielman.
Het bedrijf staat op eigen benen, maar heeft nog wel banden met Van Hall Larenstein. Oud-studente Berber Top werkt nog steeds bij Berrnell Food aan de ontwikkeling van nieuwe sportproducten op basis van teff waarvoor zij de bakkerij van de hogeschool gebruikt. Verder werkt er een stagiair van Van Hall Larenstein bij Berrnell, en huren ze kantoorruimte in het pand van in Leeuwarden. Kielman: “Dit jaar streef ik naar een omzet van €100.000. Over vijf jaar wil ik binnen en buiten Europa actief zijn.”
Uitzondering
Berrnell Food is een uitzondering binnen de HBO wereld. Op de begroting van staatssecretaris Rutte van onderwijs staat maar liefst vijf miljard euro voor ondernemerschap in hoger (en middelbaar) beroepsonderwijs. Rutte is dan ook erg bezorgd over het gebrek aan aandacht voor ondernemerschap. Geert-Jan Sweers, directeur van het Centrum voor Ondernemerschap van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is het roerend met hem eens: “Studenten moeten al in de oriëntatiefase van hun studie weten dat ondernemerschap een alternatief is voor een baan bij een bestaand bedrijf.”
Sweers vindt dat Nederland iets fout doet op dit gebied: “Ondernemerschap leer je in het onderwijs eigenlijk af. Je kop boven het maaiveld steken wordt niet gewaardeerd in Nederland. Juist degenen die een eigen weg willen bewandelen moeten al tijdens hun studie gestimuleerd worden.”
Sweers’ Centrum voor Ondernemerschap (CvO) neemt sinds 2002 het voortouw hierin. Het is een expertisecentrum waar studenten die geïnteresseerd zijn in ondernemerschap terecht kunnen voor coaching en begeleiding, cursussen en trainingen. Studenten die een goed idee hebben, of bijvoorbeeld een familiebedrjif willen ovenemen kloppen aan bij het CvO. “Wij kijken of we ze als onderdeel van hun studie verder kunnen helpen,” zegt Sweers.
Kansrijk
Het Arnhemse CvO financiert de nieuwe ondernemingen niet. Dat doet een noord-Nederlands initiatief wel. Arnold Dijkstra, lector aan de Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden is de motor van het project Van Hall Spin Off Life Sciences. Het projectteam beoordeelt kansrijke concepten zoals die van Berrnell Food. Ze helpt met schrijven van een ondernemingsplan, geeft financiële ondersteuning, gebruik van kantoorruimte en coaching. Iedereen met een goed idee kan bij Dijkstra aankloppen. “Het idee moet binnen de Life Sciences passen, en het moet iets toevoegen aan het onderwijs van de hogeschool. De kennis die voortkomt uit de bedrijven gebruiken we in een casus of in gastcolleges van de ondernemers.”
Van Hall Spin Off werkt nauw samen met Starter Business Leeuwarden (Stable), een samenwerkingsverband van drie Leeuwarder hogescholen. Stable richt zich meer op studenten van de hogescholen. Dijkstra:”We werken nu al nauw samen, maar op termijn willen we Stable en Van Hall in elkaar schuiven zodat het één fenomeen gaat worden. Tot het zover is willen we vanuit Van Hall Spin Off jaarlijks één of twee bedrijven helpen opstarten.”
Volume
Opvallend is dat zowel Sweers als Dijkstra weinig nieuwe ondernemingen kennen die door pas afgestudeerden van het HBO werden opgericht. Is daar een reden voor? Dijkstra: ”Als je het goed wil doen moet je enorme volumes inzetten. Dan praat je niet meer over een paar duizend euro maar over tienduizenden of veel meer. Dat is voor studenten een hele stap. Dat zien we ook in Stable dat toch expliciet voor hen bedoeld is. Ze hebben veel begeleiding nodig. Het lukt een aantal uiteindelijk wel!”
Speciaal voor studenten is aan de HAN onder anderen door Sweers van het CvO het initiatief HAN Studentbedrijven BV opgestart. “Wij wilden studenten de mogelijkheid bieden in een beperkt beschermde omgeving hun eigen afdeling te runnen,” licht Sweers toe. HAN Studentbedrijven BV is een onderneming waarvan de HAN 100% aandeelhouder is. Onder deze vlag hebben studenten meerdere bedrijven opgericht om ervaring op te doen binnen hun vakgebied. Anders dan via projecten en stages die binnen de opleiding besloten liggen, leren studenten nu daadwerkelijk wat het is om een bedrijf te runnen. De bedrijven maken, als ze goed worden gerund, winst. Daarvan profiteren de studenten in de vorm van een inkomen.
Richard Kool, HAN student, werkt een jaar bij Logibiz, de ict-onderneming van HAN Studentbedrijven BV. Hij heeft al een eigen bedrijf op ict-gebied, maar vindt het een nuttige aanvulling op zijn studie. “Het is een mooie manier om bijvoorbeeld te leren een ondernemingsplan te schrijven. Dat had ik al eens gedaan maar nu zit er veel meer structuur in. Je krijgt veel meer commerciële vaardigheden dan bij een normale stage. Bovendien mag ik mijn klanten van Logibiz meenemen naar mijn eigen bedrijf.”
Zeldzaam
HAN-studente Tamara van Tienen denkt er hetzelfde over. Zij is medeoprichter van Avvenementi, het evenementen- en marktonderzoekburo van HAN Studentbedrijven BV. “Tijdens een gewone stage heb je maar weinig verantwoordelijkheid,” vindt Van Tienen. “Hoe harder we ons best doen, hoe meer winst we maken en hoe meer we daarvan mogen houden.” Beide student-ondernemers vinden het een goed idee om al tijdens de opleiding meer over ondernemerschap te leren. Van Tienen: “Ik heb altijd al de ambitie gehad iets in ondernemerschap te doen. Maar tijdens de opleiding kom je er normaal gesproken helemaal niet mee in aanraking. Dan kun je dus ook niet testen of het echt iets voor jou is.“
Van Hall Spin Off en de HAN zijn zeldzame initiatieven om vanuit hogescholen bedrijvigheid te stimuleren. “Er zijn wel veel HBO’ers later in hun carrière een bedrijf begonnen, maar dat is niet gefaciliteerd vanuit de opleiding.” meent Dijkstra van Van Hall Larenstein. “Het is nieuw dat steeds meer hogescholen de mogelijkheden bieden voor ondersteuning,” zegt Sweers van de HAN. Deze verandering dankt Dijkstra onder meer aan de economie. “De werkgelegenheid is een aantal jaren wat minder geweest. Dan is er ook bij HBO’ers de behoefte om iets anders te doen dan wachten op een baan. Daarnaast past deze ontwikkeling uitstekend in de gewenste transformatie van het HBO van onderwijsinstellingen naar kennisinstellingen of kennisondernemingen.”
Het artikel is gepubliceerd in het Carrièremagazine 2006, special van het Chemisch2Weekblad no. 6, 1 april 2006.