Organen-op-een-chip - Proefpersoon op laboratoriumschaal
Bastienne Wentzel
Een celkweek in een petrischaaltje of een proefdier is niet altijd geschikt om medicijnen op te testen. Daarom zijn sinds enkele jaren organs-on-a-chip beschikbaar. Op deze plaatjes van kunststof of silicium kunnen cellen groeien in een vrij natuurlijke omgeving, inclusief een stroom van kweekmedium voor onder andere de aan- en afvoer van essentiële stoffen. De weefsels die op deze organs-on-a-chip worden gekweekt, vaak afkomstig van stamcellen, vertonen dezelfde eigenschappen als het orgaan waar ze model voor staan. Zo is er een long op een chip die kan ‘ademhalen’ voor onderzoek naar astma en chronisch obstructieve longziekte. Met sensoren en microscopen kunnen onderzoekers kijken hoe het weefsel bijvoorbeeld reageert op een potentieel geneesmiddel. Nieuwe geneesmiddelen zijn nog niet met de techniek ontwikkeld omdat het onderzoek nog in de kinderschoenen staat. Maar de ontwikkeling van steeds kleinere chips en sensoren en doorbraken in de stamceltechnologie en DNA-technieken hebben ervoor gezorgd dat organs-on-a-chip nu klaar zijn om het ontstaan en de behandeling van ziekten mee te onderzoeken.