De bron van collageen voor celculturen en andere biologische en medische toepassingen is meestal koeien, varkens of ratten. Het grootste voordeel van het kwallencollageen dat Jellagen ontwikkelt boven de traditionele soorten is dat het geen verontreinigingen van zoogdiermateriaal bevat zoals eiwitten of ziekten. Denk bijvoorbeeld aan het overbrengen van BSE (gekkekoeienziekte). Daarnaast bevat het veel minder niet-specifiek microRNA zodat er geen risico bestaat op ongewilde genetische mutaties.
Kwallencollageen is niet alleen geschikt als celcultuur, maar ook bijvoorbeeld als matrix voor het regenereren van kraakbeen of als substraat voor het hechten van cellen zoals stamcellen of hartspiercellen. Er zijn meerdere typen collageen met een verschillende eiwitsamenstelling en structuur. Kwallencollageen lijkt het meest op Type I (huid, bot, bindweefsel en peesweefsel) en Type 2 (onder andere gewrichtskraakbeen).

Alleen maar voordelen
De structuur van Jellagel is driedimensionaal. Steeds vaker worden cellen niet 2D (op een vlak plaatje) gekweekt, maar in ruimtelijke structuren. Logisch, zegt Jellagen, want de natuur is ook driedimensionaal. Daarnaast kan de hydrogelmatrix met cellen ook 3D geprint worden om allerlei biologische structuren na te bootsen.
Er zijn nog meer voordelen van kwallencollageen, zegt Jellagen. Kwallen zijn relatief simpele organismen zodat de verschillen tussen batches hydrogel veel kleiner zijn. Ook is het risico op een reactie van het immuunsysteem van mensen zeer laag.
De kwallen haalt het bedrijf, dat gevestigd is in het Welshe Cardiff, uit de zee voor de westkust van Wales. Er zijn te veel kwallen, aldus Jellagen, soms drijven ze in grote zwermen voor de kust van Wales. Daarvan gebruik maken 'redt ons mogelijk van een leven in een gelatineuze wereld', aldus de vrij dramatische boodschap in een filmpje op de website. Hoe dan ook moeten koeien, ratten of varkens speciaal gefokt worden om collageen uit te winnen. Het gebruik van kwallencollageen zou dus wel eens duurzamer maar in ieder geval goedkoper kunnen zijn.

Dit artikel is gepubliceerd in Labtechnology C2W11, november 2019.