Recensie Airdesign Vivo 2 en LiVi
Bastienne Wentzel


We krijgen niet wekelijks de kans om een directe vergelijking te maken tussen de ‘zware’ en de ‘lichte’ variant van hetzelfde scherm. De Vivo 2 en de LiVi van Airdesign die we afgelopen najaar uitgebreid mochten vliegen zijn helemaal identiek ontworpen, behalve dat de LiVi van lichtgewicht materialen is gemaakt. Het zijn beide EN-B schermen en ze hebben dezelfde vorm, afmeting en strekking. Wat merk je daarvan als piloot?

Het is makkelijk raden welk van de twee pakketjes die bezorgd worden de lichtere LiVi bevat. De LiVi past makkelijk in de 50/50 concertinazak en voelt duidelijk lichter. De Vivo 2 past ook wel in dezelfde maat concertinazak, maar het blijkt al snel dat je daarvoor toch meer moet proppen. De LiVi is dus lichter en kleiner te pakken. Dat komt onder andere door de lichtere stof die is gebruikt: Dominico 10DSF (25 g/m2) in plaats van het 20D and Skytex 27 van de Vivo 2 (dat 29 g/m2 weegt omdat het dubbel gecoat is).
Opmerkelijk zijn de versterkte stukken op de neus van de LiVi. Die zitten er om het dunne doek tegen slijtage te beschermen op de meest kwetsbare plek: rondom de staafjes op het bovendoek bij de celopeningen. Het lijkt me dat deze op plakkers lijkende verstevigingen wel wat van de gewichtsbesparing teniet doen maar kennelijk zijn ze nodig.
De Vivo 2 heeft gemantelde lijnen, de LiVi ongemanteld, maar wel gekleurd. Het sorteren was bij beide geen enkel probleem. Ze hebben ook verschillende remlussen; die van de Vivo 2 zijn dik en zacht, die van de LiVi zijn wat minder dik en hebben geen swivels. Dat laatste zou de keramische ring beschadigen waar de remlijen doorheen loopt, zegt Airdesign. Maar bij beide testschermen die wij hadden liep de remlijn door een pulley. Ik vond beide remlussen comfortabel.
Ook opmerkelijk vond ik de keus voor exact dezelfde 12 mm brede risers, allebei uitgerust met een houten staafje aan de C-riser voor het sturen met de achterste risers. Ik zou het logisch vinden dat een lichtgewicht scherm ook lichtere risers heeft en vooral dat je bij een licht scherm in deze klasse, een instap-B, als eerste het zware systeem voor B/C sturen weglaat. Stephan Stiegler van Airdesign vertelt dat minder ervaren piloten op deze manier de kans krijgen om te wennen aan het sturen met de achterste risers. Je kunt systeem ook gebruiken in een noodgeval, bijvoorbeeld als de remlijn breekt. Piloten kunnen zo langer met dit scherm doen of ze zijn beter voorbereid op de overstap naar een hoger geclassificeerd scherm. Ook vond Stephan het belangrijk dat er een volwaardig B/C systeem is, waarmee hij bedoelt dat ook de B-risers mee worden getrokken zodra je aan de C-risers trekt. Doe je dat niet, dan vervormt het scherm nog steeds en heeft het systeem weinig zin, zegt hij.
Tot slot zien we dat de Vivo 2 golvende plastic staafjes heeft in de neus, terwijl de LiVi twee kruisende nitinol staafjes heeft (omdat je nitinol niet goed kunt buigen in dit patroon). De neus van de LiVi is hierdoor een beetje stijver en daardoor misschien een beetje aggressiever, zegt Airdesign.

De eerste vluchten
De strekking van 5,38 en 49 cellen belooft makkelijke handling van beide schermen. Dat klopt. Zowel de Vivo 2 als de LiVi starten volgens het boekje. Ze vullen zich netjes gecontroleerd en blijven rustig boven je staan, ook met een rugwindje of als er een thermiekbel voorbij komt. Als de wind tot 25 km/u toeneemt moet je het scherm wat rustiger opzetten, maar dat verbaast niet. De LiVi voelt wel lichter maar is niet zo springerig als sommige lichtgewicht schermen, die soms niet rustig op de grond blijven liggen met wat wind. Het startgedrag van de LiVi lijkt erg op dat van de Vivo 2.
In de eerste ietwat stuiterende thermiekbellen merk ik dat de Vivo 2 een beetje overtuigingskracht nodig heeft om te draaien. Vleugelbelasting lijkt hier van belang: als ik een keer 5 kg extra meeneem voelt het scherm een stuk wendbaarder aan. Maar met een goede dosis gewichtsverplaatsing gaan zowel de Vivo 2 als de LiVi prima de bocht om en blijken ze een speels karakter te hebben.
Later worden de condities sterker en ben ik blij met de soepele manier waarop de Vivo 2 door de onrustige lucht zweeft. We golven met de lucht mee in plaats van door elkaar geschud te worden, en dat voelt erg comfortabel. Ondertussen klimmen we net zo goed als de schermen om ons heen, maar zonder de stress en het harde werk dat ik sommige piloten zie verrichten om hun scherm in toom te houden. De tips van de Vivo 2 ritselen af en toe, maar dat heeft verder geen effect op het vlieggedrag.
Ook de LiVi vliegt soepel door de stevige thermiek van de late zomer. In tegenstelling tot wat ik verwachtte van een lichtgewicht scherm is het niet heel spraakzaam; je voelt niet elk hobbeltje in de lucht maar het scherm drijft rustig mee met de stijgende lucht. Ook met de LiVi stijg ik net zo snel als de schermen van alle klassen die om mij heen de wolkenbasis bereiken.
Misschien is de LiVi een beetje wendbaarder is door het ontwerp van de neus en het lagere gewicht, maar ik denk niet dat ik met mijn ogen dicht het verschil zou kunnen merken.

Ver vliegen en landen
Met het speedsysteem helemaal uitgetrapt geven beide schermen een extra 8-10 km/u extra snelheid maar dalen wat sneller zoals normaal is voor deze klasse schermen. Op half speed vond ik de Vivo 2 eigenlijk verrassend efficiënt en goed bruikbaar voor het oversteken van een vallei of bij wind tegen. Ook het B/C-systeem werkt het beste bij half speed. Je kunt het houten staafje dan naar achteren trekken waarbij het scherm goed reageert op je input. Prima om eens mee te experimenteren. Op vol speed is de spanning op de risers zo hoog en moet je zoveel kracht zetten dat het oncomfortabel is om daarmee te sturen of corrigeren.
Oren gaan volgens het boekje. Zeker met een beetje speed erbij wordt de druk op de A-lijnen wat minder zodat je de oren er makkelijk in houdt. Zodra je vol speed trapt met oren beginnen ze te flapperen. Grote oren (door middel van het trekken van twee A-lijnen per kant) kost veel kracht en de A-lijnen zitten voor mij zo hoog dat ik ze niet makkelijk kan trekken en de manoeuvre dus wat minder bruikbaar is.
Wel blijkt de Vivo 2 een speels scherm en dat merk je onder andere met wingovers. Met een goede timing voor gewichtsverplaatsing krijg je ze makkelijk heel hoog. Nog verrassender vond ik de steilspiraal. Dat is een risicovolle afdaalmethode voor onervaren vliegers en ook bij de Vivo 2 moet je de manoeuvre langzaam en onder begeleiding opbouwen en goed leren uitleiden. Maar als je een snelle spiraal trekt valt op dat de g-krachten laag zijn bij dit scherm. Dat maakt de spiraal comfortabeler om lang vast te houden en daarmee is het een zeer bruikbare afdaalmethode geworden. De Vivo 2 lijkt me daarnaast vanwege deze eigenschap een perfect scherm om je eerste SIV mee te doen, hoewel ik dat niet zelf heb uitgeprobeerd.

Het oordeel
De Vivo 2 kan ik iedereen aanraden die een scherm zoekt na de opleiding. Of eigenlijk kan ik hem aan iedereen aanraden (tenzij je die SIV al gedaan hebt, lange overlandvluchten maakt en regelmatig op vol speed een vallei wilt oversteken). Het scherm is wendbaar, je kunt er perfect mee thermieken en het gedraagt zich kalm genoeg om daar ook nog plezier aan te beleven. Het is zelfs geschikt om paramotor mee te vliegen. De LiVi vliegt vrijwel hetzelfde en is de perfecte keus als je ook nog vaak naar je startplek loopt. Met de lichte materialen moet je natuurlijk iets voorzichtiger omgaan.